waarvan het centrum diep onder de oppervlakte was
gelegen.
Hem is niet het geluk te beurt gevallen dat, zooals
bij sommige eveneens diepe naturen geschieden kan,
de persoonlijkheid na de periode van groei, opeens
het klare contact met de werkelijkheid buiten vestigt,
en vanuit de diepere persoonlijkheid het daadleven tot
harmonische bloei komt. Enschedé heeft dit zelf sterk
beseft en ondervonden.
Wie toegelaten werd tot de schatkamer van zijn
eenzaamheid besefte hoe in die diepere sfeer van
geestelijk bestaan een geest werkte en worstelde en
hoe daar scheppende krachten bezig waren. Enschedé
behoorde tot de betrekkelijk zeldzame menschen die
zelfstandig denken. Dat bleek reeds in zijn studenten
tijd in de oorspronkelijke wijze waarop hij zijn studie
van wis- en natuurkunde aanvatte. Christiaan Huygens
was in die jaren voor hem een trouwe metgezel. Hij
hield zich o. a. bezig met het „Horologium oscillato-
rium". En de beoefening van de wiskunde bleef ook
in de latere jaren toen hij Mr. Joh. Enschedé gewor
den was, voor hem een levensbehoefte. Op elk
gebied waarmede hij zich bezig hield had hij een
eigen oorspronkelijke visie. Maar wie hem in de stilte
van zijn kamer op Ipenrode opzocht vond daar meer:
hij vond daar in die zachte, warm klinkende en somtijds
instemming met zijn gedachte vragende stem de uiting
van echte vriendschap, van de beste die op aarde
gevonden wordt. Deze man, die naar buiten ietwat
traag en langzaam zich voordeed, was gul wanneer
het ging om te geven van de rijke gaven van zijn hart
en geest. En wat hij schreef aan iemand die leed had
ondervonden, was een troost, doordat het echt was
van warme hartelijkheid en tot de diepte ging. Hij