,die in den hoogte tijd van zijn leven verdiept was in
de geestelijke sfeer van de kerkelijke liturgie en daarin
zijn levensrhy thme vond, en tegelijk met zijn geest bezig
was met wiskundige en natuurkundige vraagstukken, die
hij op eigen oorspronkelijke wijze aanvatte, was in
die jaren een bron van zuiverheid en diepe krachten,
en in zijn tegenwoordigheid werden voor wie bij hem
kwamen, eigen moeilijkheden in die hooge sfeer op
geheven en verloren hun persoonlijk karakter. En zoo
is veel van wat Mr. Joh. Enschedé voor anderen heeft
beteekend, de weldadige krachten die van hem uit
gegaan zijn, grootendeels naar buiten verborgen ge
bleven. Bij hem spreekt wel zeer sterk het besef hoe
weinig de waarde van een menschenleven kan worden
beoordeeld van hetgeen naar buiten blijkt. In hoeveel
opzichten is Mr. Joh. Enschedé niet een bron geweest
waaruit anderen kracht geput hebben en voor hoevelen
is hij, wien moeilijke geestelijke problemen gesteld
waren, niet geweest de geestelijke helper. Zij, die
in het actieve leven staan, kunnen niet missen hen,
die de bronnen van geestelijke krachten bewaken en
onderhouden.
Toch was Enschedé geenszins wereldvreemd. Hoe
genoot hij van een vriendenkringhoe geestig waren
vaak zijn opmerkingen. En ook in gezelschap waar
hij kwam zal menigeen bij een of andere gelegenheid
getroffen zijn geweest door een woord van hem, dat
tot nadenken stemde en glimlachend uitgesproken dieper
klank had dan dat van gewone gesprekken. Hij had
ook een fijn gevoel voor humor en merkte het humoris
tische bij situaties en personen altijd op. Zijn be
schouwende natuur, zijne fijne opmerkingsgave maakten
dat hij in een rustig gesprek in vriendenkring zich
thuis voelde, de tijd scheen dan niet meer te bestaan.