De frissche geest dier jaren kon zijn invloed op de studenten niet missen: ook het corps doorleefde een evolutie en legde daarvan onder meer getuigenis af door de oprichting van een eigen Amsterdamsch studentenblad „Propria Cures". Na zijn promotie verwierf Pijnacker een plaats aan de Amsterdamsche gemeente-secretarie, waar hij aan de afdeeling Publieke Werken onder leiding van den voortvarenden wethouder Mr. M. W. F. Treub werkzaam was. Met groote waardeering heeft hij steeds dezen chef herdacht, die, zooals hij placht te zeggen, hem eerst goed had leeren werken. De jonge ambtenaar maakte aan zijn afdeeling de overneming der particuliere bedrijven door de gemeente mede, en doorliep daar een uitnemende leerschool voor zijn latere taak. In 1898 kwam, door het aftreden van Mr. C. M. Rasch, de betrekking van gemeente-secretaris te Haar lem vacant. De Raad benoemde daartoe Mr. W. F. C. C. Pijnacker Hordijk, door Burgemeester en Wet houders als no. 2 op de voordracht geplaatst. De ontvangst van den nieuwen secretaris in het Dagelijksch Bestuur, in 't bijzonder van de zijde van Burgemeester Boreel van Hogelanden, die blijkbaar een anderen uitslag van de stemming verwacht had, was koel, en het contact tusschen burgemeester en secretaris, die zoozeer op dagelijksche samenwerking zijn aangewezen, bleef in den beginne stroef. Het is geen onbescheidenheid, dit hier te vermelden, omdat juist daardoor de wederkeerige waardeering, die deze beide voortreffelijke magistraten later voor elkander gekoesterd hebben, een des te waardevoller getuigenis aflegt van beider hoogstaand karakter. In zijn hooggestemd feestartikel bij Burgemeester Boreel's 80en verjaardag in het jaarboek 1931 van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 43