Ie. zich persoonlijk van alles op de hoogte te stellen 2e. de hoofdzaak altijd hoofdzaak te laten blijven en de bijzaken te verzwijgen of in het voorbijgaan in „puntige toespeling" te vermelden. Toch zal alles niet even gemakkelijk gegaan zijn voor de kleine, tengere vrouw, die Geertruida Carelsen was, maar haar, (voor mij althans 1) onvergeeflijk stopwoord, dat haar zoo goed karakteriseert het moedige „Komaan dan maar!" zal haar ongetwijfeld telkens weer geholpen hebben 1 Langzamerhand burgerde zij zich in te Berlijn. Zij had een grooten kring van vrienden om zich heen. In haar eenvoudige werkkamer in het Westend der stad, ontving zij wekelijks de vrienden en kennissen. Er waren onder hen geleerden en artisten van alle nationaliteiten, ook nieuwelingen waren er onder hen die in Berlijn nog wegwijs moesten worden en bij Geertruida Carelsen om raad en in lichting kwamen. Dit was zóó de gewoonte geworden, dat men haar den bijnaam van „onzen Hollandschen Consul" gaf. Hieruit make men echter niet op, dat zij een Kenau of een Blauwkous was. Geertruida Carelsen was in al haar bescheiden eenvoud de charmantste gastvrouw die men zich denken kan, daarvan hebben de Haarlemmers zich zeker kunnen overtuigen toen zij, nog op hoogen ouderdom, dien Berlijnschen ontvangdag voortzette in eigen land. Als wij dan zoo allen rondom haar zaten in haar kamer op het Houtplein, zal die tijd in Berlijn haar nog wel dikwijls voor den geest zijn gekomen. Zij kon er zoo levendig van vertellen en had alle vrienden zoo lief in het land waar de groote wereldoorlog haar uitgedrongen was. Het afscheid van haar Berlijn- sche collega's was haar zwaar gevallen en wat deze laatsten betreft, zij zullen voor de kleine journaliste,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 55