Marie C. van Zeggelen.
37
een mand vol bloemen waarmede zij dan haar kamer
voor de ontvangst versierde. Maar niet alleen voor
zichzelve deed zij dat, neen, al haar gasten gingen
met een bouquetje naar huis. Zoo kregen wij haar
werkelijke bloemen maar ook haar literaire bloemen
hebben voor ons gegeurd. Tot op hoogen ouderdom
heeft zij meegewerkt aan verschillende tijdschriften
en het langst aan „Het Nieuws van den Dag" en het
„Handelsblad". Haar Zondags-artikelen waren een
ware verkwikking en moeilijk was het te gelooven
dat zij geschreven waren door een tachtig-jarige en
niet door een schrijfster van twintig jaar, maar
zij was ook een schrijfster onder de bloemen!
Zóó, als een schrijfster onder de bloemen willen
wij het beeld van Geertruida Carelsen voor ons
halen en dan zullen er onder de ouderen van ons zijn,
die haar dankbaar gedenken om haar trouwe, en
oprechte vriendschap. Onvergetelijk zal voor hen zijn
dat altijd dankbare, liefdevolle hart, dat, tot in de
laatste levensuren, toen de klare oogen met blindheid
geslagen waren tijd en plaats voor den levendigen
geest slechts chaotisch bestonden, jubelde en dankte
voor het leven dat het geschonken was.
„Geertruida Carelsen dankt alle, alle goeden
vrienden 1" Dit waren de laatste woorden die ik van
ons aller vriendin, aan haar langdurig ziekbed staande,
mocht opvangen, en zij vormen, dunkt mij, een waardig
slot voor dit korte overzicht van haar welbesteed,
mooi en arbeidzaam leven.