MEVROUW A. J. SCHUIL—HOL
(22 Augustus 1871—27 Juli 1938)
Door toevallige omstandigheden kwam ik eenigen
tijd na het overlijden van mevrouw Schuil met de
meeste van haar laatste leerlingen nog eens in aan
raking; zij waren toen allen nog zoekende naar een
zangpaedagoge, bij wie zij de lessen zouden kunnen
voortzetten, en zij vroegen elkaar raad.
Nu ik dit schrijf, is er sindsdien een half jaar ver-
loopen, al deze leerlingen hebben de zanglessen weer
opgenomen, en zij hebben allen zonder uitzondering
zich gewend tot zangpaedagogen, die zoowel wat
methode als wat persoonlijkheid betreft in den geest
van de overledene werken.
Hoe duidelijk bewijst dit de zeer speciale sfeer en
de uitzonderlijke invloed die mevrouw Schuil op haar
leerlingen uitoefende; maar tevens duidt het aan,
hoezeer deze invloed openstond naar buiten, dat haar
leerlingen na haar overlijden zich wel eerst moesten
afvragenwat nu, maar dat zij er ook van overtuigd
waren: deze lessen moeten en kunnen voortgezet
worden. Want dat is toch wel de grootste invloed die
iemand op zijn medemenschen kan hebben, dat na zijn
heengaan niet een onvervangbare leegte achterblijft,
maar een drang tot voortzetting van het vele goede
dat deze mensch gegeven heeft.
Dat zijn de kenmerken van een goed mensch, maar
in dit geval tevens van een ras-paedagoge.