„deze met der tijd door vogtigheid en afbrijzeling des „muers, en onduurzaamheid der waterverve verdon- „kerd, zijn de monniken genoodzaakt geworden deze „muer te doen beschieten met wageschot en de af beeldsels met olyverve te herschilderen Bij de „onbesuisde woede tegen kerken en kloosters hebben „de Burgemeesters die stukken op t stadhuis doen „plaatsen en dus het woedende grauw 't ontweldigen." Vosmerus schreef daarover: ten tijde van het beleg werden de schilderijen afgerukt en de planken af gebroken zijnde, vertoonden de ontbloote muren nog de oude sch lderingen, die toen door Willem Thibaut zeer wel en getrouwelijk afgeteekend zijn en geschilderd op de glazen voor de Leidsche Doelenzaal. Die fraaie oude glazen van den schilder, die ook in Gouda van zijn talenten als glazenier heeft getuigd, geven de iets minder dan levensgroote afbeeldingen en worden thans in de Leidsche Lakenhal bewaard. Een enkele daarvan werd door onzen Haarlemschen glazenier Bogtman gerestaureerd naar de kartons van Thibaut, die berusten in het Leidsche archief. Ter tentoonstelling lagen de photo's der restauratie van Floris III. De copieën van deze merkwaardige stukken hebben overigens van den beginne af aan kunstenaars fantasieën geleden. Het is zeer goed mogelijk, dat Thibaut in het spoedig na het beleg verwaarloosde klooster de origineele fresco's heeft gezien, maar zijn weergaven er van dragen zoo zeer het kenmerk van zijn eigen 16de eeuwsche romaniseering, dat ze vergeleken met de behouden schilderingen zelfs moderner dan deze aandoen. JVLen vergelijke bijvoorbeeld de voorstellingen van Arnoud. Het is ook wel merkwaardig, dat de behoudenen steeds als „de echte" worden vermeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 71