1725), een soort biografisch-geografisch woordenboek. De titelprent daarvoor was geteekend door den Zeeuw Jan Goeree, leerling van De Lairesse, die in dit genre uitmuntte. Die plaat is gegraveerd door W. VAN der Gouwen. Mogelijk is deze ook de graveur van de merkwaardige achtergronden bij Halma, waarbij de figuren staan voor renaissancepaleizen, zee- en veld slagen al naar de lotgevallen der betrokken figuren. Zoo zien we achter Willem I de schepen door het fort van Damiate varen, Willem II door het ijs zakken, Floris IV getroffen in het steekspel en achter Maria en Maximiliaan in een gotische kerk hun huwelijksinzegening voltrekken. Bovendien zijn de figu ren nog omgeven door randen van zware ook weer toepasselijke trofeeën, waarvan steeds een doodshoofd het onderste sluitstuk vormt. Over de voorstellingen zelf, zooals die bij VAN Alkemade en Halma zijn weergegeven, schreef Langen- DIJK terecht: de standbeelden (zijn) lam, scheel en blind gemaakt en van kousen en lederen spanbroeken voorzien, terwijl onze graven van 't hoofd tot de voeten meest in 't blinkend harnas geschilderd staan." Langendijk had voor zijn eigen geïllustreerde Jaar dichten over de graven van Holland van 1745 de vorsten in nieuwe glorie kunnen doen weergeven, daar ze in 1743 door den schilder Fr. Decker waren schoongemaakt en bijgeverfd. Diens leerling Taco Jelgersma copiëerde ze bij die gelegenheid en de gravures daarnaar van Spilman versieren Langendijk's dichtwerk en komen stellig het dichtst van allen bij de bewaarde origineelen. Dit bleef tot nu de jongste graveering. Wat nu het ontstaan der schilderingen betreft, ongetwijfeld was zoowel het eerste als het tweede

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 73