63
schilderijen, die echter door andere meesters vervaar
digd zouden zijn, terwijl hij in de rest copieën en ver-
valschingen meende te moeten zien en nog een negental
werken als onherkenbaar qualificeerde.
Terwijl de schrijver in zijn voorwoord betoogt een
objectief zijns oordeel te willen geven en geen subjectief
waardeerings oordeel, is hij toch zeer subjectief te
werk gegaan en is daardoor tot zijn bevreemdend
resultaat gekomen. Hij zocht een aantal schilderijen
uit, welke hij tot echte Frans HALS-werken verklaarde
en ontleende hieraan zekere kenmerken, waaraan een
Hals had te voldoen. De overige werken testte
hij op deze eigenschappen, doch wederom geheel
volgens zijn eigen, zeer persoonlijke visie en kwam zoo
tot zijn conclusies, pretendeerende het bovengenoemde
zijns oordeel te hebben gegeven.
Heeft de heer van Dantzig van het werk der schil
ders, aan wie hij verschillende Halsen toeschrijft,
ook zoo'n stel eigenschappen opgezocht? Weinigen
zullen zijn inzicht kunnen deelen of zijn kunsthistorische
kennis in deze kunnen bewonderen, noch meegaan
met verschillende zijner opmerkingen aangaande de
anatomie.
De resultaten van VAN Dantzigs onderzoek zijn
even verbijsterend als die van J. O. van Dyke, die
Rembrandts oeuvre in deed krimpen tot een zeer beperkt
aantal schilderijen. Van Dantzigs werkmethode her
innert aan de onderzoekingen van Professor A. P.
Laurie en van Fernando Perez, die meenden den
auteur van een schilderij aan te kunnen wijzen, respec
tievelijk volgens de methode der vergroote photogra-
phieën en door bestudeering van het verfrelief. Bij
deze werkwijzen wordt dan alle aesthetisch aanvoelen
uitgeschakeld. Gelukkig is een kunstwerk nog iets