QUIRINUS TALESIUS
Secretaris van Erasmus en Burgemeester van Haarlem
Vele Haarlemsche burgers hebben het in vroeger
dagen tot Burgemeester van hun stad gebracht, maar
onder hen is er maar één, die daarnaast ook nog
secretaris van Erasmus is geweest. Die beide eervolle
posten zijn alleen bekleed door den Haarlemschen
burger Quirinus Talesius.
21 December 1505 werd te Haarlem uit Theodoricus
van Cispen Pietersz., van beroep lakenwever, en
Maria Jansdochter een zoon geboren, die de naam
van Quirinus kreeg. Zijn studententijd bracht de jonge
Quirinus door aan het Bergsche gymnasium te Keulen,
waar hij zich speciaal toelegde op de studie van de
rechtsgeleerdheid. Op zestienjarige leeftijd vertrok
Quirinus naar Bazel, waar hij in dienst trad bij
Erasmus, als opvolger van Livinius Algotius.
Van 1522 af heeft hij Erasmus bijna een tiental
jaren trouw gediend, en hebben de beide landgenooten
op de beste voet met elkaar verkeerd. Evenals de
jeugdjaren liggen ook de jaren van zijn eerste werk
zaamheid bij Erasmus volkomen in het duister. De
eerste tijd werd doorgebracht met het overschrijven
van Latijnsche werken. Opmeer deelt in zijn Martelaars
boek mede, dat Quirinus „besonder besig" was „in
het uitschrijven van Latijnsche boeken, dewijl Nicolaus
Cannius het Grieksz nog netter schreef".
De eerste maal dat Erasmus gewag maakt van zijn
