gekeken, ons gegeven"; uit de brief blijkt dat Quirinus voor zijn meester een klein boekje had meegekregen over de juiste uitspraak van het Grieksch en Latijn, welk boekje een opdracht inhield aan Maximtliaan VAN Bourgondie, als bewijs van zijn zeer groote genegenheid. Begin April vertoeft de reiziger nog in Antwerpen, waar hij wordt opgehouden; Erasmus Schets schrijft 4 Mei 1528 (Allen 1993) aan Erasmus een brief, welke op de terugreis uit Engeland door QuiRINUS wordt medegenomen, en waarin Schets de reden van het oponthoud mededeelt: juist in de dagen dat Quirinus wilde oversteken naar Engeland, deed in België het gerucht de ronde van een oorlogsverklaring van Engeland en Frankrijk; door die geruchten zijn zijn plannen in de war gestuurd, en moest hij enkele dagen in Antwerpen blijven. Midden April is Quirinus in Londen aangekomen; Deiotarus, gaf hem een brief voor zijn meester mede, gedagteekend 20 April (Allen 1990), waarin reeds sprake is van een bezoek aan den schrijver. Deze brief is door Enthoven (no. 32) geplaatst in het jaar 1525. Juist uit het verblijf van Quirinus in Engeland is af te leiden dat deze brief dateert uit het jaar 1528. Op zijn terugreis trof Talesius te Brugge bij Marcus Laurinius een schrijven aan van zijn meester, gedateerd 12 Maart 1528 (Allen 1966). Erasmus is er reeds van te voren van overtuigd dat QuiRINUS zijn belangen uitstekend behartigd zal hebben, en spreekt ook over het groote vertrouwen dat hij geniet. „Je weet, dat bij mij nooit iets voor jou weggesloten was of ver zegeld". Hij moet niet te lang meer in Vlaanderen blijven, want „mijn huis en mijn werk, jou zoo toe genegen, verlangen naar je tegenwoordigheid". Voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1938 | | pagina 96