97 haalden. En de schippers noch hun knechten „vermogen dronken te drinken". Twee of drie maal per jaar moesten de commissarissen van de schepen „Inspectie nemen en beschouwen en de Schuyten die sij niet behoorlijk digt en gerepareert vinden, sullen sij deselve in ketens doen sluyten of uyt het Veer bannen". In de eerste helft van de achttiende eeuw volgden wederom tallooze voorschriften van kleiner formaat. In 1700 werd een nieuwe vrachtlijst opgesteld voor de goederen en koopmanschappen, vervoerd met de schepen van het buitenveer. Hoogere prijzen dan daarin werden genoemd, mochten niet gevraagd worden. In aansluiting op deze lijst werden verder voor over de honderd goederen de prijzen voor het bestellen bepaald. Bij de „spiritualiën", als daar zijn een voedervat wijn, een stuk brandewijn, een anker wijn, een ton bier, waren geen prijzen ingevuld, daar deze steeds rond- bezorgd moesten worden door de gezworen bier dragers. In 1703 stelde Haarlem een speciaal Reglement op voor de schippers en hun knechts, en besteedde Amsterdam aandacht aan de prijzen voor het vervoeren van de vuile wasch, welke de Amsterdammers lieten schoonmaken in Haarlem. Nieuwe voorschriften volg den voor den Haarlemschen boekhouder van het Amsterdamsche schippersgilde (1703), voor de schip pers, commissarissen, bestellers (1704), en voor de leden van het Haarlemsche gilde van schippers op Amsterdam (1710, 1711 en 1713). Bepalingen aan gaande prijsverhooging en gewijzigde dienstregelingen wisselden elkaar af. De jaren van groote bloei van het veer begonnen toch voorbij te raken, wat blijkt uit het aantal vervoerde personen, dat sterk terugliep. Tusschen Haarlem en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1939 | | pagina 129