103 Half-Wegen te wachten", reden waarom de prijzen van goederen, verzonden per trekschuit, aanzienlijk verhoogd worden. Een der laatste stukken, welke getuigen van de goede wil der gemeentebesturen om het trekschuiten- veer nog in leven te houden, is de keur van 1793, waarin opnieuw aan de schippers werd gelast, dat zij de passagiers ,,in twee en een vierendeels uurs, op het Horologie af", moesten overbrengen, zonder zig te mogen behelpen met het onderscheid der Klokken tusschen de beide steden", welke ordonnantie ook reeds was afgekondigd in 1765. De achteruitgang was echter niet meer te houden; diligence en „snorwagen" namen steeds meer passagiers over van het aloude vervoermiddel. In de vergadering van de municipaliteit van Amsterdam van 8 Augustus 1799 kwam aan de orde een verzoek „om tot voor koming van den stilstand van dat veer en van de ruïne der bijzondere schippers, aan hun de noodige penningen uit de Stadskas tegen een billijke interest voor te schieten", aan welk verzoek werd voldaan. Nieuwe reglementen op de Draag- en Kruiloonen over Halfweg, bestemd voor de kruiers die te Halfweg hoedendoozen, jassen, koffers etc. van de eene schuit naar de andere brachten (1793), nieuwe bepalingen in zake bestellers en bestelloonen (1800 en 1829), nieuwe vrachtlijsten (1815) brachten geen nieuw leven meer. Er naderde trouwens een nieuw gevaarmen hoorde spreken van ijzeren wegen, en reeds in 1835 wendden de schippers van het veer van Amsterdam op Haarlem zich tot den Koning met een request: „Aanhoudend Sire wil men ons verzekeren, dat er een spoorweg of ijzerbaan zal worden aangelegd tusschen Amsterdam en Haarlem en dat er ten dien einde reeds concessie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1939 | | pagina 133