103
Nog twintig jaar werd „doorgesukkeld". Toen kwam
het einde. Na bekomen machtiging van Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland besloten Burgemeester en
Wethouders van Amsterdam en Haarlem het beurtveer
tusschen Amsterdam en Haarlem op te heffen „en
mitsdien in te trekken en buiten werking te stellen
alle reglementen, tarieven en verdere bepalingen welke
voor dit veer mochten gemaakt zijn". Maar de trek
schuit was taai. Want in de Haarlemsche Almanak
van 1883 kan men nog lezen, dat dagelijks van Haarlem
naar Amsterdam om 7 uur in den morgen een trekschuit
afvaart, die dan denzelfden dag om 5 uur uit Amsterdam
vertrekt. Daarna werd de strijd tegen modernere en
snellere vervoermiddelen opgegeven.
Mr. J. M. Fuchs
BRONNEN
F. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, 1874.
H. Brugmans, Middelen van Verkeer, in ,,Uit Onzen Bloeitijd", z. j.
J. G. van Dillen, Bronnen tot de geschiedenis van het bedrijfsleven en het
gildewezen van Amsterdam I en II, 1929 en 1933.
Handvesten en Privilegiën der Stad Haerlem, 1751.
Handvesten ofte Privilegiën ende Octroyen, mitsgaders willekeuren, costuimen,
ordonnantiën en handelingen der stad Amstelredam (Noordkerk) deel III,
1748, en Vervolgen.
Keuren en Ordonnantiën der Stad Haarlem, 1755 met vervolgen.
Jan Wagenaar, Amsterdam in zijne opkomst, aanwas, geschiedenissen,
Tweede Stuk, 1760, en Vervolg.
Buiten 1917, pag. 440: Corn. J. G.(onnet), De Trekschuit Amsterdam-Haarlem.
Maandblad Amstelodamum, jg. 1915, pag. 8 en 15; jg. 1916, pag. 12; jg. 1927,
pag. 40; jg. 1928, pag. 13 (over Kaarseladeveer en Kaarselade).
Archief Gemeente Amsterdam Inventaris II, L.H. 1 N. 5; L.H. 1 N. 9;
L.H. 1 N. 10; L.H. 1 N. 11; en L.H. 2 N. 1 en gedrukte stukken.
Archief Gemeente Haarlem Inventaris I, 1003, 1004, 1005, 1006, 1008, 1009,
1027, 1028; II, 109, 2235 en gedrukte stukken.