105
terpe". Vele Haarlemmers, die voldoende bekwaam
heid hadden, waren lid van het Orchest; ik herinner
mij van hen: VAN der Elst, den wijnkooper, VON der
Möhlen, zoon van den oprichter der bekende manu-
facturen-zaak op de Groote Markt, Bernhardt, kapel
meester van het regiment huzaren, Mulder, kapel
meester van de muziek der dienstdoende schutterij,
E. Appy, H. W. C. Schmölling, Emmerik, Johs.
Bastiaans, organist van het orgel in de Groote Kerk,
Lalau, hoofd eener opleidingsschool, Strating, vroeger
kapelmeester der dragonders, ook Pilger, een veel
genoemde banketbakker en (gezwegen van de in
Tadema's Jeugdherinneringen genoemde dilettanten)
Martin, fluitist van de Haarlemsche schutterij muziek
en vele Wieganten, zoons van den pianohandelaar
in de Groote Houtstraat. Weidner bereikte een hoogen
leeftijd; op zijn 80sten jaardag bracht ,,Zang en
Vriendschap" hem een serenade.
Een destijds befaamd onderwijsman woonde op no.
13: J. W. van Dapperen, die veel privaat-lessen gaf,
gezeten in een klein kamertje aan straat. Bekende
Haarlemmers hebben van zijn onderwijs profijt gehad
o.m. de latere archivaris C. J. Gonnet, dokter VAN
den Berg, F. Smit Kleine, Mr. W. Jager Gerlings,
een zoon van den onderwijzer J. J. Knoop, die zijn
school had te zamen met Prinsen Geerligs in de
Jacobijnestraat.
In het laatste huis vóór de Ridderstraat woonde
in mijn eerste jongensjaren iemand die ten Kate
heette; later was daar de zaak van den bierhandelaar
Boom. Nazaten van de beroemde vlootvoogden Evert-
sen woonden op den anderen hoek van de Ridderstraat
op no. 17. De vader was er herbergier. De herberg
had aan de voorpui een begroeiing van 't groen van