107
zich met een lint in de Haarlemsche kleuren getooid
tusschen de leden in op schaatsen voortbewoog, stond
de heele familie onder de toeschouwers bijeen om van
die eer getuige te zijn.
Mr. Tj. Mulier heeft zich in den tijd van den
Fransch-Duitschen oorlog onderscheiden door ook in
Haarlem een keurvereeniging van scherpschutters op
te richten.
Deze scherpschutters droegen een witte uniform en
hadden zoo iets als een steek op als hoofddeksel.
Bij gelegenheid van een wapenschouw stonden zij op
den rechtervleugel van de overige troepen. De heer
Mulier droeg dan ook een prachtige witte krijgs-
kleedijeen vederbos van glanzende zwarte veeren
op zijn steek maakte van zijn uitdossing een mooi
geheel. Hij was de aanvoerder dezer afdeeling scherp
schutters en regelde alles tot in onderdeelen. Zoo ging
het verhaal dat hij door een onderadjudant van het
krijgsvolk te voet zich liet onderwijzen in de gebruike
lijke krachtbewoordingen voor het aanvuren van de
manschappen onder zijn bevel. Voor mij staat het
vast dat, in het geval Nederland in den toenmaligen
oorlog zou zijn betrokken geworden, de aanvoerder
en zijn scherpschutters nooit zouden zijn teruggekomen,
zoo zeer zou zijn plicht als krachtig en voortvarend
vaderlander die hij was hem er toe gebracht hebben
op de gevaarlijkste punten aanwezig te zijn.
Op Kruisstraat 23 was, ook reeds vóór 1860, een
groentezaak van Tiboel. Na hem heeft zijn huis slechts
tweemaal een andere bestemming gekregen: eerst had
Hangjas er een zaak voor den verkoop van oudheden,
vervolgens is het tot een koffiehuis geworden en dit
tot heden gebleven.
Tot besluit volge hier een Haarlemsche herinnering
8