op den dag niet af, dan werd er een stuk van den nacht aan geofferd. Hij had een sterk lichaam, en was onvermoeid. Tweemaal is hij lid van de Algem. Synode der N. H. Kerk geweest, van 1921T923 en van 1927'T929, de laatste twee jaren als vice-president. Wij vroegen ons wel eens af: is het niet teveel voor één man, en moet het een niet onder het andere lijden? Maar Van Paassen had dit ik weet niet, of ik het een gebrek durf noemen dat hij geen neen kon zeggen. Wie bij hem kwam, vond een geopende deur. Hij was altijd bereid. Misschien is er wel eens misbruik van gemaakt, en heeft hij zoo wel eens meer op zich genomen, dan hij volbrengen kon, hoewel hij een vlug en intens werker was. Wie zal het hem euvel duiden? Als predikant werd hij ingedeeld, door wie van kerkelijke partijnamen hielden, bij de ethisch-orthodoxe richting. Misschien is zijn standpunt hiermee ook wel het best getypeerd. Maar een partijman was hij zeker niet. Om al die richtingsonderscheidingen en etiketten kon hij glimlachen. Hij was dienaar van Christus, en wilde niet anders zijn. Waar hij het goede zag, wist hij het te waardeeren. Verdraagzaamheid was hem eigen. Wat natuurlijk niet wegnam, dat hij wist, wat hij wilde, en wat hij geloofde. Als het er op aankwam, stond hij pal voor zijn overtuiging. Hij was een groot kenner van het Kerkrecht. Het Kerkrecht is zoo iets van heel eigen karakter. Wat heeft hij er velen door raad en daad mee gediend. Hij was er in thuis als geen ander. Ook in dat opzicht is zijn heengaan voor menigeen een gemis geweest. Wij voelen dat in onze vergaderingen soms nog. Dat heengaan kwam te vroeg. Wïj hadden hem 80, 90 jaargegeven. Hij was, meen ik, nooit ziek geweest. Maar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1939 | | pagina 22