Dr. LAURENTIUS CORNELIUS PROOT
(2 Januari 185321 Maart 1939)
De aanleg voor medische studiën zat hem in het
bloed. Zijn vader, die veertig jaar heel- en vroedmeester
in Haarlem was, had tot oom van vaderszijde den
Delftschen Dr. B. Proot en van moederszijde den
beroemden medicus Prof. Dr. Jac. Moleschott, terwijl
de Amsterdamsche medicus van honing Lodewijk Napo
leon, Dr. Corn. Hendrik a Roy, zijn oudoom was.
Laurens Proot was zijn oudste zoon en een der
eerste leerlingen van de Haarlemsche H. B. S. voor
jongens. In 1869 deed hij eindexamen en verwierf
zich in een jaar voldoende kennis van Latijn en Grieksch
om te worden toegelaten tot de Leidsche Universiteit,
waar hij in vijf jaar al zijn examens summa cum laude
aflegde en na een assistentschap aan het Academisch
ziekenhuis, in 1878 eveneens met Lof promoveerde
op een proefschrift over Tabes Dorsalis."
Nog in hetzelfde jaar vestigde ,,de jonge Proot"
zich voor goed in zijn geboortestad, waar hij ook nog
de gelukwenschen van den Leidschen senaat mocht
ontvangen bij de 60-jarige herdenking van zijn promo
tie. Bij zijn 50-jarig jubileum als arts werd hij officier
in de Orde van Oranje Nassau. Als een der knapste
dokters van zijn tijd, kreeg hij een drukke praktijk en
vele voorname Haarlemmers o. a. de bisschoppen,
vertrouwden hem de zorg hunner gezondheid toe.
Ook zijn persoonlijke gaven maakten hem onder