19
St. Joaephó Parochie (Janstraat) en wel van 1885 tol
zijn vertrek naar Heemstede in 1936, en zich daar
geregeld door zijn heldere adviezen deed gelden, is
mij herhaaldelijk door de opvolgende pastoors dier
Parochie verzekerd. Ik zelf, elders wonende, had
daarbij met hem geen aanraking, evenmin wanneer hij
zijn functie van Commissaris der CuLtuur-Maatóchappij
Kali Djompo vervulde. Wel echter werkte ik jaren lang
met hem samen in het Bestuur der Haarlemóche Soda-
fabriek, van welke onderneming hij van 15 Juli 1900
tot zijn overlijden Commissaris was en waar men van
zijn daadwerkelijken steun in moeilijke tijden bij her
haling geprofiteerd heeft. In 1903 aanvaardde ik samen
met den heer Beijnes het bestuurslidmaatschap van de
R. K. Schoohereeniging, in welk lichaam de toen be
staande opleidingsschool van de heeren Roodnat en
van der Linden in dat jaar werd omgezet. Jaren lang
was deze school gevestigd in het perceel Kenaupark 33,
hoek Parklaan, waar we in allen deele hebben onder
vonden, hoezeer een particulier huis ongeschikt is om
als schoolgebouw te fungeeren.
De heer Beijnes, van de oprichting af Voorzitter
van het Bestuur (tot November 1927) gaf voornamelijk
den stoot tot den bouw van een nieuwe school met
speelplaats en gymnastieklokaal, aan de Cruquiusstraat
waar tot op den huidigen dag deze school floreert.
Hij was een best voorzitter, voerde fiks den hamer en
zorgde, dat de aanwezigen niet te veel op zijpaden
gingen afdwalen. Zoo heb ik dezen man ook andere
besturen zien presideeren, altijd zakelijk, zooals men
van zoo'n zakenman verwachten kon.
In 1910 kwam hij bij mij met een nieuw plan. Er was
behoefte, zeide hij, aan een nieuwe bankinstelling in
Haarlem. De industrie had ervaren, dat particulieren