20
niet altijd voldoende in staat waren de credieten te
verschaffen, die men af en toe noodig heeft, ook al
is men de meest solide onderneming.
Zoo kwamen de heeren Beijnes en Janzen (hout
handel) er toe met belangrijke middelen hunnerzijds de
Spaarnebank te stichten, in welker bestuur ik ook een
plaats kreeg, en waar ik onzen vriend J. W. A. Beijnes
weer van een anderen kant heb leeren waardeeren als
degelijk zakenman, als voorzichtig financier. Van
zoo'n man valt iets te leeren, voelde ik toen, en ik heb
heel wat van hem geleerd, speciaal dit, hoe een hoog
staand man zich weet in te denken in de situaties van
anderen, vooral wanneer ze in moeilijkheden verkeeren.
De Spaarnebank heeft bestaan van 8 November 1910
tot 8 Juli 1938 en is toen overgenomen door de Neder-
landsche Handel Maatschappij. De heer Beijnes was
wegens gevorderden leeftijd eenigen tijd te voren als
Voorzitter afgetreden, maar bleef Commissaris tot
de liquidatie der instelling.
Aan politiek heeft deze veelzijdige man nooit veel
gedaan. Dat lag hem niet. Hij heeft dan ook nooit in
eenig vertegenwoordigend lichaam zitting gehad. Wel
herinner ik mij, dat hij de R. K. Kiesvereeniging presi
deerde, maar dat deed hij meer om een kwijnend lichaam
op gang te helpen, dan uit politieke ambitie. Neen,
de politiek lag hem niet. Hij liet dat terrein gaarne
aan anderen over, al droeg hij herhaaldelijk met milde
hand bij, wanneer de penningmeester der Kiesvereeni
ging met geldnood zat te kampen.
Hier zou ik mij bijna laten verleiden een bladzijde
(ik mag wel zeggen een hoofdstuk) uit 's mans levens
boek open te sluiten, wat hij zelf als streng geheim
wilde bewaren, door alle tijden heen en voor ieder.
Laat mij slechts zeggen, dat 's mans liefdadigheid