In dit licht bezien wordt deze opsomming belangrijk,
omdat zij een kijk geeft op zijn karakter. Posthuma
kon geen dingen middelmatig doen. Wijdde hij zich
aan iets, dan was geen moeite en arbeid hem te veel,
dan toonde hij een groote volharding en doorzettings
vermogen, dan bestreed hij moeilijkheden tot ze over
wonnen waren en een resultaat was bereikt, waarmede
hij tevreden was.
En gauw tevreden was hij niet, noch voor
zich zelf, noch voor anderen.
Die eigenschap, dat niet tevreden zijn voor het
beste en hoogste bereikt was, is vooral tot uiting
gekomen in de beoefening van zijn zoozeer geliefde
sportCricket.
Cricket, mogen wij wel zeggen, heeft zijn leven
grootendeels beheerscht, hij heeft er zich de grootste
moeite en opofferingen voor getroost, hij heeft met
zijn gezin in 1903 er een half jaar voor in Engeland
gewoond, in Norwood bij het Cristal Palace, om
daar met de grootmeesters uit dien tijd, Dr. W. G.
Grace, Ranjitsinhji en anderen, dit spel te spelen
en tot in de alleruiterste finesses te leeren kennen.
Hij heeft er de grootste triomfen in gevierd. Beter
bowler dan hij heeft Nederland nog niet gehad en
het zal waarschijnlijk nog wel eenigen tijd duren voor
het er een hebben zal. Zij, die weten wat cricket is be
seffen wel wat dit zeggen wil. Zij, die het niet weten,
zullen hun gedachten anders moeten instellen dan men
gewoonlijk doet als men aan „spelen" denkt. Zij
moeten het zien zooals Prof. Huizinga het bedoelt
in zijn nieuwste boek „Homo Ludens", Proeve eener
bepaling van het spel-element der cultuur, waarin hij
o. a. sprekende over de Sport als een spelvorm zegt:
„De Sport heeft als gemeenschapsfunctie haar betee-