46
„De schutterij, in statie-rokken,
„Is dra verzaamd en opgetrokken
„Aan 't hoofd der Liên van 't hoogst fatsoen,
„En, met muzijk, vol kunstvermogen,
„Naar 't oude Duivenhok getogen,
„En daarna ook naar 't Paviljoen".
(Haarlemsch Rijmkronijkje).
De volgorde van de stoet van deze „Liên van
't hoogst fatsoen" was lang een punt van beraadslaging
geweest en ten slotte definitief als volgt vastgesteld:
Eerst de commissie van receptie, voorafgegaan door
de bodens van het gouvernement van Noord-Holland
en de stad Haarlem; daarna de militaire autoriteiten
vervolgens de Gouverneur van Noord-Holland, de
president der Staatscommissie en deze commissie zelf.
Hierop volgden de commissiën van directie van de
beide tentoonstellingen, de provinciale en stedelijke
autoriteiten, leden van de rechterlijke macht, officieren,
directeuren van de Hollandsche Maatschappij der
Wetenschappen en van de Nederlandsche Huishoude
lijke Maatschappij, de commissie van de tentoonstelling
van planten en gewassen en ten slotte die van de loterij.
Nadat met een toespraak van den Gouverneur van
Noord-Hollandx), Jhr. A. W. N. van Tets van
Goudriaan, de tweede tentoonstelling van kunst- en
volksvlijt voor geopend was verklaard, vertrok de
stoet langs Nieuwe gracht, Kruisstraat, Barteljoris-
straat, Groote Markt, Groote Houtstraat en Dreef
naar het Paviljoen Welgelegen tot opening van de
tentoonstelling van schilder- en beeldhouwkunst, om
daarna langs denzelfden weg naar het Raadhuis terug
1) Zie: Vervolg Dinsdagsche Haarlemsche Courant, 5 Juli 1825.