55
nu nog in het Frans Halsmuseum bewaard wordt1).
Bovendien mocht Haarlem een blijvende herinnering
behouden aan deze tentoonstelling, welke de stad
eenige maanden in het middelpunt van de nationale
belangstelling had gebracht. De firma C. Sigault
en Zoon te Amsterdam had haar een marmeren
monument ten geschenke aangeboden, dat in den
catalogus (nr. 2474) als volgt beschreven staat:
„Monument ter gedachtenis der tegenwoordige ten
toonstelling van Volks- en Kunstvlijt te Haarlem,
„vervaardigd van inlandsch (lees: Belgisch) marmer,
„en bestaande in twee consoles, dragende de architrave
„van rood koningsmarmer, de frise van zwart Dinantsch
„marmer, en op dezelve een vierkant stuk, mede van
„roodkleurig koningsmarmer, waarop het borstbeeld
„van Z.M. den Koning".
Het kunstwerk had van de commissie van beoordee
ling een eervolle vermelding ontvangen. De firma gaf
de stad tevens ƒ50,voor de plaatsing in een openbaar
gebouw en wilde geen belooning voor dit geschenk
aannemen. Niettemin bood de stad haar een zilveren
koffiekan aan, die dankbaar aanvaard werd. Voor het
monument vond men een plaats in de Groote kerk,
in den Oostmuur van het Noordertransept, waar het
ook nu nog te bezichtigen is.
J. W. Stuffers in „De Groote of Sint Bavokerk
te Haarlem na de restauratie" (1915), merkt op, dat
het borstbeeld, dat thans in de marmeren nis staat,
niet van marmer, maar van gips is, en denkt aan een
mystificatie of een latere verwisseling van het beeld.
In den catalogus wordt echter niet gesproken van een
marmeren beeld; zoo heet het het eerst in J. Wolff's
1) Catalogus van voorwerpen, nr. 711.