LEYDUIN
Het oudste stuk in het archief van Leyduin 3) is
van 29 Jan. 1596. Dan doet Nicolaas van der Werve,
wonende tot Leyduin, dit in vrij eigendom overdragen
aan Engeltje Huygensdr. Wed. van Jan Frans
Sluiswachter. Het is dan i 6 morgen groot en bevat
huis, schuur en erven. Het ligt ,,aen de Leyduin",
elders staat ook „grafelijkheids leyduinen" en in de
Ban van Heemstede, ten O. helend aan de Weezen
van Haarlem, ten W. aan Hendrik van Berkenrode
en strekte Noordwaarts tot de wildernis.
In 1605 hoort het nog aan de erven van den Haar
lemmer Jan Franszoon, blijkens een typisch stuk van
10 Sept. over den last van konijnen, die Symon Fransz,
aan wien Leyduin dan toebehoort, heeft aan zijn
„regels" geplante „abeelenboomen", doordat de duin
meier Jan Cz Admiraal daar aan de zijde, waar
Symon Fransz toch al zooveel overval van zand
had „konijnengaten geboord" had. De houtvester van
Wat heb ik vaak, in Leyduins groene dreven,
Met dank'bre ziel, dat zalig heil gesmaakt:
Die kalme vreugd, slechts door natuur gegeven,
Die 't hart verrukt, den boezem ruimer maakt 1
Uit de Legenden van
Mr. Jacob tan Lennep
Eerst 6 Dec. 1939 kreeg ik na lang vergeefs zoeken, bericht, dat dit
archief berust bij den heer J. F. van Lennep te Heemstede, die het mij wel
willend ter inzage en publicatie afstond. Bijzonderheden zijn voorts ontleend
aan „het leven van Mr. C. en Mr. D. J. van Lennep" door Jac. van
Lennep.