was een dochter uit Pieters eerste huwelijk. In
1826 is zij echtgenoote van Mr. Hendrik Six van
Hillegom, als zij voor ƒ5000.koopt het deel van
Leyduin, dat haar halfzwager David van Lennep
in 1808 had aangekocht, waarbij ook een gewezen
vinkenbaan, die David aan den Leyweg had doen
herstellen. Lucretia bezat dus nu het Zuiddeel van
Leyduin, dat aan Woestduin grensde, want de boerderij
stond ten Z. van de Beek en zij zal, gezien haarvriend-
schap met Hildegonda van Orsoy stellig de bruggetjes
weer hebben doen opbouwen.
15 April 1830 is Hillegonda van Orsoy, ofschoon
zij twee huizen op de Keizersgracht bezat, gestorven
in de Reguliersdwarsstraat te Amsterdam. Haar erf
genamen zijn allereerst de kinderen van David van
Lennep en van haar zuster Cornelia, namelijk Mr. Jacob
van Lennep, Rijksadvocaat en Anna Louise van Lennep,
sinds 1828 tweede echtgenoote van Hendrik Arnout
van Lennep. Maar ook haar zusters „van halven
bedde" namelijk Lucretia Six-van Winter en Anna
L. A. van Loon-van Winter erven mede.
Van Hillegonda's bezittingen wordt Leyduin toe
gewezen aan haar nichtje Anna Louise van Lennep-
van Lennep; maar in Nov. van hetzelfde jaar 1830
schrijft Hendrik Six aan haar ega Hendrik Arnout
V. L. zijn Geachte neef en vriend", dat hij „om te
voldoen aan het verlangen van de overledene (Hille
gonda) de geheele eigendom Leyduin weer vereenigd
te zien", hoewel zijn vrouw zeer aan dit bezit hechtte;
maar door de omstandigheden buiten „de mogelijkheid
was eenig genoegen daarvan te hebben", voorstelt
en het wordt bij akte van 6 Nov. 1830 bevestigd
dat Hendrik Arnout van L. groot natuurminnaar
Lucretia's deel van Leyduin koopt voor ƒ18.250.