Maar nu komt een nieuwe factor de uitgestrektheid van Leyduin aantasten. Reeds van 1851 is het eerste voorloopig contract van David van Lennep met de Waterleidingmaatschappij en in 1853 volgen Mr. Hendrik Arnout en zijn vrouw Anna Louise van Lennep zijn voorbeeld. Zij verkoopen eerst alleen de gronden voor de kanalen en wel de laatsten voor de hoogste prijs namelijk ƒ1500.'- per bunder. Vele stukken over moeilijkheden en verkoop van gronden bevat het archief. Zoo blijkt bij een taxatie van 1887 dat het eigenlijke Leyduin nog slechts 36 morgen groot is en wordt de duingrond getaxeerd op ƒ8.'per morgen en de betere op ƒ30.' Nog tot 1900 liep het water voor Amsterdam geheel open door de Beek van Leyduin en bleef dus de schoonheid der Cascade in het landgoed ongeschon den. Daarna werden door het landgoed de water leidingbuizen gelegd en verviel de Cascade tot een bijna droge rotspartij. Als Mr. Hendrik Arnout van Lennep in 1855 sterft, komt Leyduin aan zijn oudsten zoon Mr. Hendrik Samuel, Gemeenteraadslid van Amsterdam. Zijn vader bewoonde het nog bestaande deels houten huis, dat aan de boerderij grenst en door zijn empirever- houdingen doet vermoeden dat de dames VAN Orsoy en VAN Winter dit als haar zomeroptrek deden bouwen. Mr. H. S. deed echter voor zich en zijn vrouwe Anna Cecilia van Eeghen vlak bij de Cascade een nieuw huis bouwen. Als hij in 1914 als kinderloos weduwnaar sterft, komt het goed aan de kinderen van zijn over leden broeder Gerard Louis van Lennep. Het is dan 100 H.A. groot en strekt zich uit van de oude scheisloot, nu het scheidpad, de oude grens met Boekenroode in het Noorden, tot aan den Zand-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1939 | | pagina 97