wikkeld, voortgezet door zijn zoon Joris, onder de firma Voorhelm en Van Zompel en daarna samen met zijn schoonzoon onder de firma Voorhelm en Schnee- voogt. Zij was van ouds gevestigd aan den Kleinen Houtweg op een terrein gelegen tusschen de Poellaan en ongeveer de tegenwoordige Bloemhofstraat. Deze tuinen waren bekend om de jaarlijks daar ter be zichtiging gestelde pronkbakken van Hyacinten en Tulpen en om een perspectivisch Tulpen-gezicht, het welk van den weg af door een getraliede opening in den muur aan den Kleinen Houtweg kon worden bewonderd. Reeds zeer jong gaf hij blijk van zijn wetenschappe- lijken zin. Nauwelijks 18 jaar oud, gaf hij in samen werking met zijn vriend S. J. van Geuns (1767-1795) professor in de medicijnen, kruidkunde en physiologie te Utrecht, een groot folio plaatwerk bij inteekening uit onder den titel Icones plantarum, met Latijnschen, Nederlandschen, Franschen en Duitschen tekst. De voortreffelijke afbeeldingen in kleuren, naar de natuur geteekend, gegraveerd en „gecouleurd" waren van de hand van den vermaarden bloemteekenaar H. Schweg- man. De vele van de destijds Nederlandsche Kaap kolonie ingevoerde bolgewassen, voornamelijk tot de familie der Irideeën behoorende, en tal van andere planten uit dat gebied leverden stof te over op voor een dergelijke publicatie. Van dit grootsch opgezette werk verscheen, wegens het vroegtijdig overlijden van Prof. van Geuns, slechts één deel van 48 platen, want begrijpelijkerwijze beschikte Voorhelm Schneevoogt naast het beheer van zijn zaak niet over voldoenden tijd om alleen de taak voort te zetten. Hoe nauwgezet hij zijn werk in zijn zaak opvatte, spreekt duidelijk uit zijn artikelen in de buitenlandsche,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1940 | | pagina 125