- 62 -
de perfectie beheerschte, kostte het hem geen bizondere
moeite de aan die functies verbonden werkzaamheden
te verrichten.
Uit den aard der zaak vielen hem gedurende zijn
lange loopbaan vele, ook buitenlandsche, onderschei
dingen ten deel, terwijl de Nederlandsche Regeering
zich van haar plicht tegenover een man van de be-
teekenis van Enschedé meende te hebben gekweten
door hem, op reeds vergevorderden leeftijd, het
Officiers-Kruis van de Oranje-Nassau Orde te ver-
leenen.
De Oudejaarsdag van 1940 bracht het einde van dit
nuttig en welbesteed leven. In plaats van in het Familie
graf te Heemstede, wilde hij rusten te Bloemendaal,
bij zijn echtgenoote, die hem een vijftal jaren in den
dood was voorafgegaan en op haar uitdrukkelijken
wensch daar was begraven.
En ten slotte nog een woord over den Mensch
Enschedé.
Hierboven mocht ik op enkele plaatsen reeds gewag
maken van eenige karaktertrekken, welke hem volle
aanspraak gaven op den eeretitel van goed en nobel
mensch.
Hij was innig goed; billijk en rechtvaardig in zijn
oordeel over anderen en streng voor zich zelf als het
gold den weg af te bakenen, welke in twijfelgevallen
moest worden gevolgd. Waar hij een plicht zag, was elk
transigeeren voor hem onmogelijk.
Humeurigheid was hem ten eenenmale vreemd. En
waar er zoovelen zijn, die bij het verkeer in de wereld
het beste beentje voorzetten en hun slecht humeur be-