streeks door de Overheid geleide bedrijven eenerzijds de
hoogste zeggenschap moest blijven daar, waar ze wettelijk
thuis behoorde, d.i. bij de Provinciale Staten, en hoe ander
zijds het commercieel karakter het nemen van snelle be
slissingen mogelijk moest maken. De synthese van deze twee
gelijkelijk onmisbare en schijnbaar onderlinge tegenstrijdige
vereischten, in den organieken opzet theoretisch op gelukkige
wijze gevonden, wist hij tot doelmatige en levenwekkende
practijk te brengen.
Daarin kwamen zijn bijzondere bestuurskwaliteiten tot
uiting en 't is uitsluitend aan de weinige publieke belang
stelling, die het gewestelijk bestuur in dat tijdsgewricht ge
noot, te wijten, dat zijn zeer bijzondere arbeid in die periode
bij betrekkelijk weinigen bekendheid heeft gekregen. De
insiders evenwel en ik, die zelf van 1928-1941, eerst bij wijze
van waarneming en sinds 1929 definitief, meer in 't bijzonder
met de leiding der Provinciale Bedrijven belast ben geweest,
kunnen getuigen, welk een omvangrijk en waardevol werk
door hem als pionier in dit opzicht verricht is; hoe misver
stand bij welwillenden, onverschilligheid bij afzijdigen en
tegenwerking bij tegenstanders moest worden opgeruimd.
Doorzettingsvermogen en bekwaamheid, doch vooral een
ernstig plichtsbesef waren daartoe vereischt voor hem, die,
politiek verantwoordelijk, de slagen had op te vangen.
Deze zelfde eigenschappen hebben zijn wethouderschap,
dat in 1919 aanving, gekenmerkt en in bijzondere mate zijn
strijd, als Wethouder van Financiën, voor een gezond finan
cieel gemeentebeheer.
Het was een daad van moed, dat hij, na intrede van de
crisis van 1929, in den kring zijner geestverwanten feitelijk
de eerste was, die, met het geldelijk beheer eener groote ge
meente belast, bepleitte en daarna als magistraat voorstelde
tal van ingrijpende maatregelen, welke door hun hardheid
aanvankelijk bij de groote massa tegenzin verwekten en bij
slechts weinigen instemming vonden.
Doch hij was nu eenmaal tot de overtuiging gekomen, dat
de gemeente Haarlem, door haar ligging temidden van finan-
ciëele oases, ondanks de grensuitbreiding van 1927, in het
bezit van een slechts bescheiden belastingvlak en daarbij ge
bukt onder onevenredig zware lasten, tot forsche bezuiniging
moest overgaan, wilde zij voor meer gegoeden aantrekkelijk-
- i6 -