- 93 - een schout ofBaljuwiets „meer vermakelijks" wist te bedenken! Tot dusver vond ik geen vonnissen te Heemstede, doch m elk geval staat m.i. wel vast, dat men hier ook zulke straffen oplegde, vlak tegenover het Schoutenhuis, waar recht werd gesproken, alsmede dat de schandpaal een vaste blijvende plaats had nabij het kerkgebouw. Belangrijk voor de geschiedenis der lijfstraffelijke rechts pleging te Haarlem en Omstreken is ook, dat te Spaarndam, thans gemeente Haarlem, een galg en een geeselpaal hebben gestaan, welke aan het hoogheemraadschap van Rijnland be hoorden. De Baljuw in Holland en Zeeland was de plaatsvervanger van den graaf en belast met de rechtspraak in zijn gebied en voorzitter van de „Hooge Vierschaar", het hoogste rechts college. Volgens het charter van Graaf Floris V van 19 fe bruari 1285 zou de Baljuw van Rijnland, Dijkgraaf zijn. De Baljuw-Dijkgraaf werd dus benoemd door den landheer, zon der dat de daarvan bewaarde lastbrieven een hier te pas ko mende omschrijving zijner functie inhouden. Het ambt is mede herhaaldelijk verpacht, wat een snelle wisseling van titularissen in de hand heeft gewerkt, gelijk ook blijkt uit het nader te vermelden boek van Mr S. J. Fockema Andreae, Bijlage B, bevattende de naamlijsten van bestuursleden en hoofdambtenaren van Rijnland. Voor verdere bijzonderheden raadplege men genoemde bijlage B, ook wat betreft het gevolg der genoemde verpachtingen, o.m. dat niet alle Dijkgraven tevens Baljuw zijn geweest. De baljuwen en de hoogheemraadschappen hadden, behafve de besturende en de wetgevende macht ook de rechtsmacht. Deze drie in één hand vereenigde attributen ontleenden zij aan den souverein. Deze laatste macht was belangrijk, want er ontstonden in den loop der tijden allerlei verbodsbepalin gen, waarvan de overtreding met straf werd bedreigd. Ge- woonlijk waren het boeten, doch ook wel arbitraire correctie, bannissement, geeseling, brandmerken, de doodstraf, enz. Een paar voorbeelden: 14 Augustus 1587 veroordeelde de vierschaar van Rijnland iemand tot de doodstraf, die ten huize van een biertapper te Halfweg een sluiswachter en op zichter van den Spaarndammerdijk had doodgestoken. Hij werd onthoofd, waarna zijn hoofd naar de galg aan de Spaarn- damsche dijk in de buitenheining werd gebracht en daar op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1942 | | pagina 133