- 97
kunnen bevredigen door kennisneming van Het genoemd werk
van F. de Witt Huberts, dat zich ook prettig laat lezen daar
de auteur zijn humane gevoelens daarin niet onder stoelen
of banken steekt.
Over de galg en hen, die door ophanging hun leven moesten
verliezen, zijn vele spreekwoorden, zegswijzen en volksuit
drukkingen bewaard gebleven. In de Bijdrage tot een Middel
en Oud-Nederlandsch woordenboek door A. C. Oudemans Sr (Deel
II) lees ik: „De door ophanging ter dood veroordeelden wer
den ook wel galghaert, galghairt, galligert, galgenere of galgenaar
genoemd". Ook gaf men deze namen aan schurken en galge-
Het ophangen heette vaak in den volksmond „door het
hennepenvenster kijken"daar de strop van hennep was vervaar
digd. In oude tijden werden zulke straffen voltrokken aan
een boom, waarbij de veroordeelde aan een der takken door
middel van een aaneen gedraaide boombast of eiken teenen,
die hem de-keel dichtsnoerden, werd geheschen.
Een paar fragmenten van de liedjes, welke bij openbare
terechtstellingen onder de toeschouwers werden verkocht
mogen hier tenslotte volgen. Het waren plano-drukrcen, ge
woonlijk met een houtsnede, voorstellende een galg met een
daaraan hangend veroordeelde of een geeselpaal, waaraan de
ter dood veroordeelde gebonden was.
Op 26 September 1749 werd in onze stad een 28-jarig per
soon opgehangen, die blijkbaar bediende was geweest op een
buitenplaats en aldaar had ingebroken. Onder het publiek
werd een liedje verkocht, waarop een man was afgebeeld
hangende aan een galg, terwijl daarnaast een teekening van
het bewuste huis voorkwam. De titel luidt:
Recht ofte justitie,
gedaan binnen haarlem aan (volgt de naam van veroor
deelde) OUD 28 jaaren, dewelke op een buyten-plaats
Het rijm, dat gezongen kon worden op de wijze van Wel
wat beurter al op aard, bevatte zeven coupletten, elk van acht
VOOR DEZEN GEWOOND HEBBENDE, BY NACHT DOOR EEN
VENSTER IS INGEBROKEN. En ALDAAR VEEL ZILVERWERK, EN
ANDERE GOEDEREN GESTOOLEN HEEFT; WAAR OVER HIJ IS
OPGEHANÖEN, DEN 20 SEPTEMBER 1749-