omstreeks het stichtingsjaar zijn vervaardigd en wel door den bekenden Haarlemschen glasschrijver Pieter Holsteyn. De Staten van Holland gaven twee ramen, de Heer en Vrouwe van Brederode één, de steden Dordrecht, Haarlem, Leiden, Alkmaar, Hoorn enBeverwijk ieder één, terwijl tenslotte het tiende raam werd aangeboden door eenige particulieren. Al deze ramen droegen de wapens der schenkers; in het Haarlemsche was bovendien het binnenzeilen van de haven van Damiate weergegeven en het Hoornsche raam werd gesierd door een afbeelding van den slag van Bossu op de Zuiderzee. Ruim 230 jaar gaven deze ramen een warme sfeer, in tegen stelling tot de kilte die oude kerkgebouwen na de Reformatie - beroofd van alle kunstschatten zoo dikwijls eigen is. Doch dan komen in de zestiger jaren der vorige eeuw klachten over tocht en het rommelig aanzien der ramen. Vele ruitjes zijn beschadigd en óf verkeerd óf niet weer ingezet. Kerkvoogden bezinnen zich op herstel. De historische waarde lijkt niet groot, toch vraagt men rapport aan de Oudheidkundige Commissie van de Koninklijke Academie van Wetenschappen. Intusschen nemen de klachten toe; geld ter restauratie weet men niet te vinden en evenmin ziet men een mogelijkheid in de slecht geordende archieven de noodzakelijke gegevens voor het restaureeren, speciaal van het raam met de familiewapens, terug te vinden. Dan komt plotseling J. Borski, eigenaar van „Hartelust" en biedt nieuwe ramen van gewoon glas aan. Met dankbaarheid wordt deze oplossing aanvaard! Zoo wer den, ondanks het rapport van de Koninklijke Academie, dat adviseerde tot behoud, de ramen reeds enkele weken later - in October 1867 - verkocht voor 5,- per stuk. Zij werden verworven door den archivaris Mr A. J. Ensche dé en enkele andere Haarlemmers, die na restauratie in het atelier van F. Nicolas te Roermond de ramen van Brederode, Holland, Haarlem en dat met de 8 familiewapens op 4 Mei 1870 aan de Gemeente Haarlem aanboden ter plaatsing in het Stadhuis.2) Aldaar zijn zij tot den huidigen dag te zien in - 102 - (1) Pieter Holsteijn (4: 1580 1662) maakte tusschen de jaren 1634 en 1662 minstens 27 glazen door Haarlem aan verschillende kerken geschonken. ZieC .J.GoNNET„Studieoverde Haarlemsche Glasschrijvers" in „Bredius Feestbundel 1915" I, blz. 61-78. (2) C. J. Gonnet t.a.p. en Stadseditie Óprechte Haarl. Courant (Bloemendaalnummer) 8 October 1900.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1942 | | pagina 144