Oudheidkundige Commissie van de Koninklijke Academie van Wetenschappen. Op 5 September 1867 bezocht het lid der Commissie de heer Leemans de kerk en reeds den volgen den dag adviseerde hij in een uitvoerig schrijven kerkvoogden tot behoud en restauratie der ramen. Behalve dit advies werd ook een nauwkeurige beschrijving der ramen opgemaakt 1). Het verslag vangt aan met een opgave van de plaatsing der ramen. De kerk is gebouwd in een rechthoek met afgeschuinde hoeken. De lengte-as loopt zooals gebruikelijk Oost-West. In de lange zijden bevonden zich destijds ieder 3 ramen en in de schuine hoeken ieder een raam. Tegen de korte oostzijde van de rechthoek was de preekstoel geplaatst, tegen de westzijde het orgel. Rechts van de preekstoel had men het Brederode- raam met de wapens van Johan Wolphert van Brederode, heer van Aelbertsberg, Tetterode en Vogelenzang, een der laatsten van zijn geslacht, en zijn gemalin Anna van Nassau- Siegen, zuster van den bekenden Johan Maurits de Bra ziliaan. Links van de preekstoel bevond zich een raam van Holland, hierop volgde het raam van Dordrecht als oudste stad terwijl aan de andere zijde het raam van de tweede stad n.l. Haarlem, was geplaatst. Na Haarlem volgde Leiden, Hoorn en Beverwijk terwijl aan de andere zijde na Dordrecht het tweede raam van Holland kwam en vervolgens Alkmaar en het raam met de familiewapens. Het blijkt dus dat de volgorde in rang der steden ongeveer in acht genomen is 2) De beschrijving van het venster „van enkele aanzienlijke en bijzondere personen", gelijk het in het rapport van 1867 ge noemd wordt, luidt nu als volgt: Bovenaan: 37 (1637) ie rij: Het familiewapen: twee sterren boven, en eene wassende maan onder, daartusschen een keper geel op rood veld, met den naam van Johan van den Gamer, burgmr der stadt Haerlem, daarnaast het familiewapen van zijne vrouw: op een langwerpig rond schild, gedeeld in twee staande helften, de regterhelft wederom gedeeld in twee helften boven elkander. Op de linkerhelft van het wapen een staande leeuw links gezien, rood met lauriertak; op de regterhelft, in het bovenste vak drie witte lelies op blaauwen grond, de lelies 2 en 1 in het benedenvak twee rozen, rood op wit veld; met den naam van (1) Rapport en beschrijving zijn te vinden in het Jaarboek van de Koninklijke Academie van Wetenschappen 1868 blz. GX en CXXXVII. (2) De rang der steden van Holland vindt men in K. van Alkemade en Mr P. van der Schelling „Nederlands "Displegtigheden" II, blz. 361.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1942 | | pagina 147