- io7 -
Over Johan Claesz. Loo zijn meer gegevens bekend. Ook
hij was burgemeester van Haarlem en behalve dat bierbrou
wer. Hij stamt uit een geslacht van Haarlemsche kooplieden.
Wij zien hem op twee van Frans Hals' schuttersstukken afge
beeld als hoofdfiguur, in 1633 als Kolonel van de Cloveniers-
doelen en in 1639 als Kolonel van de St. Jorisdoelen. Des zo
mers bewoonde hij Velserend. Het Frans Halsmuseum bezit
het bekende schilderij van de hand van Jacob Matham,
waarop zoowel zijn brouwerij „De drye Lelyën" x) aan het
Spaarne als „Velserend" zijn afgebeeld, met het volgende
door Samuel Ampsingh vervaardigde onderschrift:
Dit's 't Huys en 't Hof van Loo; het Huys staet op het Sparen,
In 't beste van de Stad, daer onse schepen varen,
De Hofstee wel bekend op sijnen naem van Loo
Leyt aen der duynen kant, bij 't Huys te Bredero.
Daer is sijn Brouwerij, sijn arbeyd en sijn nering,
Daer wacht hij van den Heer sijn segen en sijn tering.
Hier is sijn Lust-vertreck, hier is sijn speelprieel,
Dit is sijn last en lust, dit is sijns levensdeel.
Zijn vrouw heette Margriet Akersloot. Zij behoorde tot
de bekende Haarlemsche goud- en zilversmidsfamilie, waar
van verscheidene leden het burgemeestersambt in deze stad
bekleedden.
De identificatie van het derde echtpaar was niet gemakke
lijk. Er waren namelijk verscheidene personen van den naam
Mattheus (van Valckenburch bekend, die omstreeks de
stichting der Bloemendaalsche kerk leefden. Twee van hen
bleken bij onderzoek in eenige relatie tot Bloemendaal ge-
(1) In de Stadseditie Oprechte Haarlemsche Courant van 24 en
31 Augustus 1940 wijdde Petra Vecchia een tweetal aardige artikelen
aan Johan Claesz. Loo. De schrijfster toont aan dat het schilderij ten
onrechte den naam draagt „de brouwerij Het Scheepje". Johan Claesz.
Loo was uitsluitend brouwer in de „Drije Lelijen" en dat deze voorge
steld wordt, blijkt uit de duidelijk zichtbare wapenschildjes met 3 leliën
op den muur der brouwerij. Ik kan hier het volgende aan toevoegen:
In de 17de eeuw vererfde in de familie Van Valkenburg het schilderij,
in de 18de eeuw (uit het geslacht Dicx) de brouwerij het Scheepje. In
1870 werd uit den boedel van Ch. J. barones van Heeckeren van de
Wiersse Wed. Mr C. C. van Valkenburg het schilderij verkocht als
voorstellende de brouwerij „Het Scheepje". Het langdurig bezit zoowel
van de brouwerij (tot 1818) als van het schilderij is ongetwijfeld de
oorzaak geweest van de verkeerde tenaamstelling van het schilderij.