de Clercq en met diens optreden begon een nieuwe periode
in het leven der Maatschappij, een periode van ontwikkeling,
van uitbreiding van haar werkzaamheden, haar ledental,
haar bemoeiingen met algemeene belangen.
Over dit werk kan hier niet meer dan een enkel woord
gezegd worden. Het is in de eerste plaats het interne werk:
van het algemeen secretariaat, van het Hoofdbestuur, van de,
over het geheele land verspreide departementen der Maat
schappij, het leggen van regelmatig contact, het houden van
besprekingen, de behartiging van allerlei groote en kleine
belangen. Dat in dit alles geleidelijk meer leven, meer activi
teit kwam, het was vooral de stuwende kracht van de Clercq,,
die dit bewerkte. Zijn verbeeldingskracht en werklust wisten
tal van middelen uit te denken en door te voeren, die de
belangstelling van ons volk voor algemeene ekonomische be
langen konden vergrooten, en die de Maatschappij geleidelijk
weer de plaats in ons volksleven hergaf, welke zij vroeger
bezat en welke zij sindsdien kon behouden, ondanks de op
komst van andere groote organisaties. Van deze middelen
noemen wij het houden van tentoonstellingen op nijverheids-
gebied, bemoeiingen met het technisch en ekonomisch onder
wijs, met alle mogelijke belangen van nijverheid en handel,
welke in de vergaderingen der Maatschappij besproken, in
commissies bestudeerd en bij de regeering bepleit werden.
Een bijzondere vermelding verdient het „plan 1913": een
plan om het eeuwfeest onzer herstelde vrijheid te vieren met
tentoonstellingen en feestelijkheden overal in het land, om
het eigen land beter te doen kennen en het vreemdelingen
verkeer te bevorderen, waaraan de regeering ruime mede
werking verleende; het plan was ontsproten aan het brein
van de Clercq, die van de uitvoering de ziel was.
Een ander initiatief van hem, waarvan ons geheele volk
in het vervolg zou profiteeren, was de invoering van den
zomertijd, in 1916 tot stand gekomen. Voor een normali
seering van den kalender en invoering van een vasten datum
voor Paschen heeft de Clercq eveneens geijverd. Doorhem
had de Maatschappij verder deel aan tal van organisaties en
werkzaamheden op ekonomisch gebied.
Dit over zijn werk. Het belangrijkst was de mensch, van
wien dit uitging. Hij was een blijmoedig mensch, die de moeiten
en zorgen, welke hem niet bespaard werden, wist te verdragen
- i3 -