- 37 komst sluit met Jan Macqjje, zijn buurman in de Smedestraat, over hun gemeenschappelijken muur. Arnoud van Beresteyn blijkt dan het hoekhuis, dat van zijn schoonvader afkomstig was, uitgebreid te hebben met een nieuwe „timmeringe" aan de zijde van de Smedestraat. In 1613 verkoopt Emerentia van Zuren, weduwe van Arnoud van Beresteyn, secretaris van de Hooge Vierschaar van Kennemerland, haar huis aan Jacob Cornelisz. Scho- neus, zoon van den bekenden rector van de Latijnsche school, Cornelius Schoneus, maar ook in den transportbrief van 31 December 1613 wordt slechts gesproken van een huis en erf op de Markt op den hoek van de Smedestraat, begrensd door ten Westen „de Croon" met eigen muur en osingdrop (af watering), ten Oosten de Smedestraat. Wel is waar staat „in dorso" vermeld: „Oude Raedhuys", maar dit is er blijkbaar in lateren tijd op geschreven. Men merke op, dat het huis op de Markt, grenzend aan het hoekhuis, „de Croon" wordt ge noemd. Tusschen dit huis en het huis van Schoneus was blijk baar nog een open ruimte, zooals blijkt uit een accoord tusschen Jacob Cornelisse Schoneus en zijn buurman op het Marktveld, Adriaan Hendriksz., van 5 Maart 1626, waar in gesproken wordt over c. 26 voet grond tusschen de huizen, welke het eigendom zou zijn van Jacob Schoneus 1). Inder daad ziet men'ook op de teekening van Saenredam van 1629 een hekwerk links van het hoekhuis, welk blijkbaar een open terrein afsluit. Evenwel ook in dit accoord nog geen sprake van „Oude Raadhuis". Dan verschijnt echter in 1628 Samuel Ampzing's „Beschrij- vinge ende lof der stad Haerlem in Holland". Reeds eerder, in 1616, had hij een lofdicht op Haarlem uitgegeven, dat echter vrij beknopt was. Het in 1628 verschijnende gedicht berijmde Haarlems oudheden en geschiedenis en gaf daarbij in proza toelichtingen en aanhalingen uit andere schrijvers. In deze uitgave dicht Ampzing op blz. 53, na een vermelding der gravenbeelden aan den gevel van het tegenwoordige Stadhuis, voorheen het slot der graven: (1) Verklaringen betreffende dit „accort aent Marctvelt" bij notaris Jacob Schout op 15 Mei 1627 en in het transportregister van 1 April 1629. In dit laatste is het accoord ingevoegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1942 | | pagina 69