- 55 -
't welck by de Ed Matheuws Louwris Schouten, brouwer
in De Croon met toestaen van den vercoper Louwris Ger-
ritsz opt voorseyde erf precario is gedaen, zal moeten ont-
ruympt ende buijten zijn hof vandaer gebracht werden ten
ware den coper dienthalven metten gemelten Schouten daer-
over nader mocht commen te accorderen". Van der Vos heeft
de zaak blykbaar tot veel genoegen van zijn publiek gedreven,
want sinds verandert de naam van Bethelehem weldra in die
van ,,'t Vosje" of 't Vosie; ofschoon Van der Vos slechts tot
1655 eigenaar is geweest. Tot 1704 komen oude en nieuwe
naam voor. Terwijl Suyderhout in 1657 reeds een heeren
hofstede is, 867 roe groot en dan voor 7900,- verkocht wordt,
blijft het Vosje een klein pand van slechts 109 roe; en waar
Van der Vos het kocht voor 1300,- brengt het hem bij
verkoop slechts 780,- op. Van Damme geeft in zijn Buiten
plaatsen in de laatste helft der 17de eeuw achtereenvolgens
als eigenaren Frans Jansz tot 1658, Jan Heye tot 1662, Dirck
Claes van Schoten tot 1668. De waarde is dan reeds gedaald
tot 500,-. Cornelis Adriaans Budde wordt dan eigenaar;
maar 10 December 1687 is verkooper Pieter Jansz Pater als
man van Aegie Jans Schootens' die eveneens bezitster was
van de herberg „Het Oude Verbrande Huys" aan het Oost
einde van de Meesterlottenlaan, waar nu het huis Hildebrand
staat.
Kooper wordt voor slechts 300,- Claes Jans Kaeman,
wiens executeuren het in 1701 transporteeren aan Pieter Bol
Raad en Schepen van Haarlem en aan Abraham van den
Broecke tegen 585,-. Pieter Bol is waarschijnlijk de geld
schieter voor Van den Broecke, die brouwer is in „Het Hoef-
yzer" te Haarlem. Van den laatsten althans koopt het in
1704 nog als herberg Dirck Hendricx voor 325,-. Het wordt
dan omschreven als een „huys met erve met een boomgaert,
daer annex synde een herberg genaemt het Vosje".
Eigenaar wordt nu voor het eerst een Amsterdammer en wel
Benjamin Jansz. Dutrie, Heer van Haeften bij Gorkum, zijn
zoon Jan huwde de Haarlemsche Christina Cornelia Geer-
lings. Met hem gaat het oorspronkelijk mercantiele doel van het
pand verloren evenals de oude naam. Deze Bewindhebber der
Oost Indische Compagnie heeft elf jaar (van 11/7 1711 tot
20/6 1722) dit pand als zomerverblijf gebruikt, er den naam
Uyttenbosch aan gegeven, den grond uitgebreid van 190 roe tot