- 57 - Als het landgoed April 1741 in publieke veiling komt, wordt het als volgt omschreven: „een Plaisierplaats genaemt Uytten- bos met deszelfs huysinge, stallinge koets- off wagenhuys, tuynmanswooninge met syn boomgaert, moes.tuyn, bepotmg en beplanting, borstbeelden, termen en vaesen en verdere tuyncieraden". Het wordt 17 April 1741 getransporteerd aan den Amster dammer Pieter Plaatman, doch geen zes jaar later brengen diens erfgenamen het opnieuw in Amsterdam in publieke veiling. Maar Plaatman had intusschenden grond bij Uit den Bosch belangrijk uitgebreid en wel in Juli 1743 en wederom in Maart 1744 door aankoop van het gasthuis van de stukken weiland die in de 20ste eeuw tot sportterreinen zouden wor den. Het landgoed wordt daardoor met vijf morgen uitge breid en is dan begrensd door Den Hout, den Gasthuisweg Zuiderhoutlaan) en het voetpad of gasthuislaan (de Emaus- laan) Maar op die weilanden staat het volgende servituut dat zij „ten eeuwigen dagen niet zullen mogen werden be timmert, beheynigt, beplant nogt bepoot; maer dat hetzelve 'altoos als land zal moeten worden gehouden". Dit servituut bleef tot op heden op die graslanden, zoodat bij iedere be- bouwing een toestemming der omwoners vereischt was. Zoo protesteert 15 Februari 1819 de Weduwe van Mr Pieter Vermeulen, Elisabeth Schoock, dan eigenares van Zuider hout, tegen de omrastering door Beels. dan eigenaar van Uit den Bosch, van diens moestuin; moest Jacob Abraham van Lennep, als eigenaar van Leeuwenhooft in 1788 aan den eigenaar van Uitenbos, Bronkhorst, verlof vragen voor een boomenrij langs zijn schutting en nog in 1906 moet de eige naar van Uit den Bosch toestemming geven voor het plaatsen van de tribune van de Haarlemsche Football Club. Maar vervolgen we met de eigenaars van Uit den Bosch, dan zien we hoe ondanks Plaatmans uitbreidingen het buiten na publieke veiling door Plaatmans excecuteurs (J. Ahuys en Th. Pelt) slechts voor 4615,- eigendom wordt van den Amsterdammer Thomas Meyer, die reeds sinds 3 Nov. 1740 eigenaar was van Spruytenbosch. Beide buitens blijven tot na den dood van zijn weduwe Anna Maria de Peyrou in een hand. Haar excecuteur was Jan la Clé, presi dent schepen van Haarlem. Zij worden 26 Juni 1762 tegelijk geveild. Bracht toen Spruytenbosch, door Meyer aanzienlijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1942 | | pagina 93