- 59 -
we Anna C. Huidecoper en zijn meerderjarige kinderen -
waarvan alleen de oudste Christiaan Pieter uit zijn eerste
huwelijk met Maria Rahusen, - verkoopen het buiten op i
Februari 1848 aan Mr Adriaan J. C. Maas Geesteranus
Op 29 Dec. 1853 komt het dan groot 1 bunder 13 roe in het
bezit van J. L. Gregory Pierson, die aan Haarlem het
recht vraagt op de plaats van het oude „Bergje" den nog be-
staanden uitgang aan de Spanjaardslaan te mogen maken,
waarbij de zijpalen van het oude tentje, dat Brouërius geeft
op het „Bergje" behouden bleven, de vazen er op echter
verplaatst werden.
Op 18 Mei i860 wordt het goed voor ƒ5212,- notarieel
overgedragen aan een Haarlemmer namelijk Abraham Lode-
wijk Dyserinck. Deze (1812—1886) was jarenlang een on
vermoeid ijveraar voor het deelnemen van zijn geboortestad
aan den opbloei van handel en nijverheid omstreeks 1840 na
zooveel jaren van verval. Niet alleen ontwikkelde hij zijn eigen
bedrijf (zijn Yader had de oude drogisterij van Doyer in de
Anegang aangekocht) tot den nog bestaanden groothandel
Dyserinck en Zonen; maar waar hij kon, trachtte hij Haarlem
ook zelf te doen deelen in de voordeelen van de nieuwe groote
ondernemingen zooals de drooglegging van de Haarlemmer
meer. Bij den aanleg van het Noordzeekanaal pleitte hij zoo,
helaas tevergeefs, voor de verbreeding der sluizen bij Spaarn-
dam en uitdieping van het zijkanaal C. waardoor evenals nu
in Zaandam zeeschepen tot bij de Spaarnestad hadden kunnen
komen. In Uit den Bosch hadden ook een tweetal vriend
schappelijke bijeenkomsten plaats toen nog gediscussieerd
werd of het Amsterdamsch Centraalstation aan de Leidsche
dan wel aan de Haarlemsche zijde van de Amstelstad zou
komen. Natuurlijk pleitte Dyserinck voor het laatste, dat
tot stand kwam.
Na negen jaar van vergeefsche moeiten wist deze Dyserinck
in 1879 den ex-fabrikant Thomas Wilson te bewegen tot het
afstand doen van zijn erfpachtsrecht en verkoop aan de Ge
meente van de fabriek op het latere Wilsonsplein, die deze op
zettelijk als ruïne liet staan, verbitterd over tegenwerking van
Haarlems Gemeentebestuur. In het Stadsarchief berust het
fraaie album, dat aan Dyserinck - met een som geld, die hij
aan de verschillende kerkgenootschappen uitdeelde door de
burgerij vereerd uit dank voor zijn moeiten in dezen. Als ge-