- 75 -
waar de archivaris en zijn assistenten de onderzoekingen
leidden, de archivalia uitgaven en de noodige toelichtingen
verstrekten. De taak van den archivaris werd daarmede aan
merkelijk uitgebreider, zwaarder en verantwoordelijker en
Knappert was zich zijn verantwoordelijkheid ook ten zeerste
bewust.
Nadat hij in 1934 eervol ontslag had gevraagd en verkregen,
bleef hij op verzoek van Burgemeester en Wethouders zijn
werkzaamheden nog voortzetten tot 1 Mei 1936, waarna hij
zijn welverdiende rust in Bussum ging genieten, helaas slechts
voor weinige jaren, want de inval der Duitschers en de daarop
volgende bezettingstijd hebben hem, die sterk met alle ge
beurtenissen medeleefde, veel ergernis bezorgd, welke moge
lijk met zijn lichamelijk lijden zijn einde wel verhaast heeft.
Nog is te vermelden, dat Knappert lid was van vele weten
schappelijke instellingen o.a. van de Maatschappij der Neder-
landsche Letterkunde te Leiden, het Provinciaal Utrechtsch
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen en het His
torisch Genootschap te Utrecht. Behalve van de Vereeniging
Haerlem was hij ook bestuurslid van het Algemeen Neder-
landsch Verbond en van 1933-1942 Archivaris van de Neder-
landsch Hervormde Gemeente te Haarlem. Verscheidene jaren
schreef hij geregeld 'Schetsen uit Haarlems Verleden' in het
Haarlem's Dagblad, waarvan enkele onder den titel 'Van
oude tijden' zijn uitgegeven. Hij was gedurende eenige jaren
medewerker aan het 'Nieuw Nederlandsch Biographisch
Woordenboek' en schreef verder artikelen in verschillende
couranten en tijdschriften.
Dr G. H. Kurtz