- 8o -
naar het Seminarie Hageveld te Voorhout, waar hij ging ar
beiden aan de opvoeding van de toekomstige clergé van het
Bisdom. Dit was in het jaar 1904. Hier heb ik hem zien
komen als surveillant over de lagere klassen van het Semi
narie.
't Was merkwaardig, welk een ommekeer er met zijn ver
schijnen op het Seminarie kwam, o.m. op het gebied van ont
spanning. We hoorden daar voor het eerst onder den vrijen tijd
een grammophoon; we zagen leeraar Westerwoudt (zeer
sportief als hij was) over de cour loopen met 't geweer onder de
jas en den jachthond achter zich aan; en al mochten we als
studenten niet op jacht gaan, van dezen sportieven mensch
leerden we verschillende moderne spelen, o.a. cricket. En als
het winter was, bonden we met hem de schaatsen aan en in
sierlijke bochten zweefde hij dan over het ijs.
Hij was zeer geliefd onder de studenten. Hageveld mocht
hem slechts twee jaren als leeraar meemaken, want in 1906 be
noemde Mgr. A. J. Callier hem tot professor in het Kerkelijk
Recht aan het Groot Seminarie te Warmond.
In 1915 riep Mgr. Gallier hem naar Haarlem, om Zijn
secretaris te worden.
Om te typeeren wat secretaris Westerwoudt voor den grij
zen Bisschop (vooral toen Deze ouder begon te worden) was,
wil ik hier neerschrijven 'n woord, hetwelk ik zelf uit den
mond van den toenmaligen Bisschop eens vernam: 'Hij maakt
van mijn hersenen uit!'
Mgr. Gallier droeg hem in 't harte en in 1922 benoemde
Hij hem tot kanunnik en plebaan aan de Kathedrale Kerk te
Haarlem.
Een van zijn grootste daden als plebaan aan de Kathedraal
is wel geweest, dat onder zijn bestuur de Kathedraal werd af
gebouwd. Ik hoor hem nog zeggen, toen de plannen daartoe
bij hem rijpten: 'Jos Cuypers, de bouwheer van de Kathe
draal leeft nog we moesten nü de Kathedraal afbouwen!'
't Zou me te ver voeren, om hier duidelijk te maken, hoe zijn
organisatie-talent toen in 't oog gesprongen is.
Toen deken Stoffels stierf, werd plebaan Westerwoudt
door Mgr. Gallier bovendien benoemd tot deken van Haar
lem, welk ambt hij echter in 1931 om gezondheidsredenen
moest neerleggen. Maar de parochianen van Sint Bavo moes
ten vijfjaren daarna hem zelf ook missen, want in 1936 be-