dankte hij als plebaan en trad als zoodanig, weer om gezond
heidsredenen, af.
Hij ging nu de schapen hoeden van Sint Victor te Noord-
wijkerhout. Ik geloof niet, dat ik verre van de waarheid af ben,
wanneer ik beweer, dat deze laatste tien jaren van zijn pries
terschap de mooiste en gelukkigste jaren van zijn leven zijn ge
weest. Hij hield van 'den buiten' en van eenvoudige lieden. Ik
heb hem daar meermalen bezocht en 't was een lust een oogen-
blik bij hem in de landelijke pastorie te verwijlen, die hij had
ingericht als 'n soort museum, want aan bijna elk schilderij en
aan elk beeldje of snuisterij was een geschiedenis verbonden;
en als hij dan aan 't vertellen ging, met den ouden Vaderland-
schen Gouwenaar in den mond, dan kon men bijna niet bij
hem wegkomen.
Den laatsten keer, dat ik hem bezocht, was op zijn verjaardag,
18 September! Hij was toen ziek. Toch moest hij mij nog
van zijn humor, welke altijd in hem was, laten genieten,
ondanks de pijnen, welke hij toen doorstond. Ik vermoedde
niet dat hij op 14 October d.a.v. reeds zou sterven.
Hij ruste in vrede!
W. M. Bosch, pastoor
- 8i -