DE POLITIEKE GEDRAGINGEN DER LANDS- EN STADS AMBTENAREN DE COMMISSIE TOT ONDERZOEK VAN TE HAARLEM In den strijd tusschen Patriotten en Prinsgezinden zien wij afwisselend dan de eene, dan de andere partij in Holland de overhand hebben. Nadat Willem V in 1787 met behulp van de Pruisische troepen weer in zijn gezag hersteld was, behoorden de voordien machtige patriotten tot de vervolgden en onder drukten, maar bereidden zich ondertusschen voor op den dag, dat zij weer aan de macht zouden komen. Deze brak aan, toen de Franschen in Januari 1795 over de bevroren rivieren ons land binnentrokken, waarop in verschillende Hollandsche steden, Amsterdam, Leiden, Haarlem e.a. de 'comités révo- lutionnaires' de leiding namen, het aftreden der regenten bewerkten en een voorloopige stedelijke regeering instelden. Weldra was daardoor de meerderheid in de Staten van Hol land om, welke zich proclameerde tot 'Provisioneele Repre sentanten van het Volk van Holland'. De rechten van den mensch en den burger werden afgekondigd; de standen vertegenwoordiging afgeschaft, evenals de eed van 1787. De geheele omwenteling verliep ordelijk en bedaard, met ver mijding van geweldpleging. Sommige tegenstanders weken uit; slechts enkelen werden gevangen genomen. Men sprak van een 'fluweelen revolutie'. Ook het ambtenarencorps werd voor het grootste deel in tact gelaten en eerst langzamerhand rees de behoefte, daaruit toch ten minste diegenen te verwijderen, die in de periode 1787-1795 hun medeburgers hadden vervolgd of van hun goederen beroofd. Eveneens ongeschikt geacht werden de genen, die door adressen of requesten van hun verkleefdheid aan het huis van Oranje hadden blijk gegeven, gejuicht hadden bij tegenspoed der Fransche bondgenooten en de door dezen verkregen vrijheid beschimpten, kortom men wenschte

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1944 | | pagina 132