Holland; het verzoek werd afgewezen als strijdig met het oog
merk der publicatiën. De Commissie oordeelde daarop met
meer met vrucht werkzaam te kunnen zijn, maar dat haar
tijd van heengaan gekomen was en eindigde aldus haar werk
zaamheden met het gemelde rapport van 20 Augustus 1796.
Mej. Dr G. H. Kurtz
- gi -