- 95 -
buiten hunne schuld, blootgesteld aan alle de ijsselijkheden
van den honger. Wij zien in het verschiet, tot welk een top van
ellenden, tot welke uitersten van wanhoop die beklagens-
waardigen zullen opgevoerd worden, en laten liever aan U
over om dezelve aan uwen geest voor te stellen, dan dat wij U
daarvan eene schets willen voordragen. Trouwens dit is
overtollig, Gij ziet de gevolgen bij het minste nadenken.'
'U in den naam der menschelijkheid en der ar
moede smekende, dat Gij door eene zoo ruime inteekening als
uwe omstandigheden maar eenigszins gedoogen, de deerlijke
gevolgen wilt helpen afwenden welke de ongestilde honger van
de helft der bevolking dezer ongelukkige stad zou kunnen ver
oorzaken.'
24 October 1848 (het revolutiejaar) 'De staatkundige ge
beurtenissen in Europa, wier invloed zich ook op ons vader
land heeft doen gevoelen, en waardoor de welvaart van velen
hevig is geschokt, hebben de nadeeligste gevolgen voor de
arbeidende klasse veroorzaakt. Voor haar dagelijksch onder
houd behoeft zij arbeid, en voor hoe velen uit dien stand is
deze schaars of in het geheel niet te verkrijgen. Zij zijn dien
ten gevolge verstoken van de middelen om zich zeiven voedsel
te verschaffen. Treurige toestand voorzeker, waar honger
prangt en koude nijpt, en geene middelen aanwezig zijn, om
die kwellingen te verzachten.' Bovendien 'Niets
wordt in het algemeen geschikter geacht, om de verspreiding
der Cholera tegen te gaan, dan het bezorgen van gezond
voedsel aan de behoeftigen; dit, gepaard met zindelijkheid,
worden als gunstige behoedmiddelen tegen die gevreesde
ziekte, die in sommige plaatsen van ons vaderland reeds
heerscht, aangewezen.'
25 October 1853 (reden ter verkrijging van subsidie) 'De
cholera, die zoo zeer gevreesde ziekte, hoewel deze stad tot nog
toe gunstig verschoond hebbende, staat toch voor de deur. De
weinige, maar toch toenemende ziektegevallen die hier reeds
zijn voorgekomen, en de slachtoffers die zij ook hier geëischt
heeft, doen ons maar al te zeer vreezen dat wij van haar niet
bevrijd zullen blijven.'
De uiteindelijke opheffing vindt waarschijnlijk haar oor
zaak in het feit, dat de menschen de door de Commissie ver
strekte spijze niet meer begeerden of althans achterstelden bij
hetgeen door andere vereenigingen op dat gebied (Vincen-