toereikend was en een aanvrage om subsidie van gemeente
wege werd afgewezen: totaal 132682 portiën.
De lijsten van degenen die voor de bedeeling in aan
merking kwamen werden opgemaakt door de Heeren Buurt-
meesteren van de verschillende wijken, waarbij zij dan, ge
tuige een rondschrijven van de Commissie in 1845, 'ten
vriendelijkste' verzocht werden, 'om vooral de zoodanigen te
willen passeeren, die, schoon zij zich in tamelijk ruime om
standigheden bevinden, om andere redenen zich als behoefti-
gen zouden mogen opgeven; alsook de zoodanigen, die UEd.
bekend zijn dat honden houden, als kunnende het oogmerk
der milde gevers niet anders zijn dan om de zoodanigen van
de voormelde bedeeling uit te sluiten.'
Bij deze opgave werd bovendien verlangd de vermelding 'of
zij binnen deze stad of elders zijn geboren', en 'zoo zij elders
zijn geboren, hoelang zij reeds alhier hebben gewoond', en
'wie onder hen tot de Joodsche godsdienst behooren'.
Den 28en Nov. 1818 was n.l. bepaald volgens de wet op de
alimentatiën, dat men 4 jaar in Haarlem gewoond moest
hebben of er geboren zijn om onderstand te genieten. Dit om
te voorkomen dat de behoeftigen uit de omliggende gemeenten
in Haarlem ondersteuning kwamen zoeken, die zij eigenlijk
elders moesten ontvangen. Onder de ingekomen stukken der
Commissie bevinden zich dan ook een 14-tal lijsten van per
sonen die in onderscheidene jaren door de Ed. Achtb. Heeren
Burgemeesteren ter inwoning zijn geadmitteerd met opgave
van nieuw en oud adres. Vermelding van al of niet 'Arier-
schap' moest in diè dagen gebeuren vanwege het feit dat aan
Israëlieten in plaats van soep droge gort werd uitgereikt.
Na de bedeeling aan de behoeftigen in de wijkboeken be
kend volgde nog een soepdeeling aan alle koopers van zgn.
'roode kaartjes'. Deze waren tegen betaling van 5 cent voor
iedereen verkrijgbaar.
De aandachtige lezer zou nu kunnen opmerken: 'Wat
deelde de Commissie uit van 1795-1813?' Immers hierboven
staat vermeld: oprichting 1795 - eerste gortsoepdeeling 1813.
Inderdaad is de Commissie niet begonnen met de uitdeeling
van warme spijze, maar van brood: tarwe en roggebrood. Van
1811 -' 13 heeft men toen geëxperimenteerd met verschillende
soepen (zie hierboven: verdediging der gortsoep door N.
Mabé) tot in i8i3-'i4 de gortsoep als overwinnares uit den
- IOO -