- 4 -
een plattegrond van de stad in ons bezit, meldende den inven
taris van oude gevels. Beide een kostbaar bezit in dezen tijd
van onderwaterzettingen en vernielingen door het naderende
oorlogsgeweld. Een lid, dat onbekend wenscht te blijven,
stelde een klapper op onze Jaarboeken samen; uit de nalaten
schap van Mej. von Reeken ontvingen wij een exemplaar
van Lutgers in losse afleveringen, zoo fraai alsof het eerst voor
kort van de pers kwam. De Gemeente-archivaris zond ons het
eerste supplement op den catalogus van onze foto- en prenten-
verzameling. De heer W. P. J. Overmeer is nog doende met
de catalogiseering van onze boekerij en inventariseering van
De Hoofdwacht, een tijdroovenden arbeid, die echter zijn
voltooiing nadert.
Begin Januari 1944 ontvingen wij 'Nachtwaakersnieuwjaars-
gift uit 1740', getoonzet door Lucitius en aangeboden aan
onze Vereeniging. Het omslag is met fraaie letters verlucht,
gelijk de afbeelding in het Jaarboek U eerlang zal toonen.
De werkzaamheid van bouwers en gelukkig ook van de af-
brekers lag nog steeds vrijwel stil. Het stemt tot verheugenis,
dat perceel Groot Heiligland 34 op initiatief van den eigenaar,
den Heer H. J. Feije, zoo fraai kon worden gerestaureerd.
Helaas werden De Hout en vele plantsoenen door versterkings-
werken en schuilnissen ontsierd, en bracht het gebrek aan
brandstof velen tot het omhakken van boomen. Een enkel
huis o.a. de bouwval op den hoek Dreef-Wagenweg viel aan de
sloopwoede der sprokkelaars ten offer, evenals een villa in het
Frederikspark, gelukkig was het architectonische verlies slechts
gering. Door de vele aanplakbiljetten, die overal op wille
keurige wijze werden aangebracht, werd het stadsbeeld tijde
lijk zeer ontsierd; het saneeren van de meer permanente ont
sierende reclame - als opschriften op gevels en reclameborden
- vond nog regelmatig voortgang.
Het jaar 1944 sloeg vele wonden in gezin, familie en Vader
land; de oorlog overschreed onze grenzen te land en nam
steeds in hevigheid toe en de terugslag daarvan was aller-
wege merkbaar. De ondervoeding, het te werk stellen, de
tochten om voedsel te vergaren, eischten vele slachtoffers en
het is daarom dan ook niet te verwonderen, dat een groot aan
tal overleden verdienstelijke Haarlemmers in ons Jaarboek
zullen worden herdacht. Naast hen moeten nog worden ge
noemd Mgr. J. C. Aalbersen, die als rector van het Sint