- 104 - haar langsten tijd reeds gehad. Jaarlijks wordt het aantal bedeelden minder, getuige o.a. de vermindering van den ketelinhoud op de helft 1500 portiën) in 1897 en in 1905 op 350 a 400 portiën. Een extra uitdeeling kon de Commissie nog in 1901 voor elkaar brengen, toen ter gelegenheid van het huwelijk der Koningin iedere bedeelde 2* ons spek en 1 pond meel ontving om thuis spekpannekoeken te bakken! In de oorlogsjaren deed de Commissie goede diensten door haar gebouw af te staan ten dienste van Landweer en Huzaren en in October '14 ten behoeve van het Comitté voor Belgi sche vluchtelingen. In Maart 1917, toen de gemeente een Centrale Volkskeuken oprichtte, werd deze ook ondergebracht in het gebouw aan de Jabobsstraat; en daar de grondstoffen voor een bedeeling toch nieste krijgen waren, betrok de Commissie voor den winter 17-' 18 haar eten ook van deze keuken. Het volgend jaar deelde men in het geheel niet, daar de stad het werk had over genomen. Vanaf 1920 volgen dan nog 3 jaren van uitdeeling in natura (boter en erwten of boonen) en 3 jaren van gortsoep, tot er in 1926 definitief een einde aan gemaakt wordt. Men ziet: een waardigen dood voor de gortsoep: te sterven na drie gelukkige overwinningsj aren Een oorzaak die zeker ook tot dezen ondergang heeft mede gewerkt, is de omstandigheid dat de menschen een dergelijke bedeeling niet wenschten, zich schaamden om dagelijks met net eten over straat te gaan; eigenlijk deels een gevolg van de onjuiste houding hunner medeburgers die daar erg op neer zagen. Laten wij hopen dat een dergelijke houding in de toe komst niet meer mogelijk is, nu wij toch allen ten volle kunnen beseffen wat eten en honger beteekent, misschien zelf dage lijks met ons pannetje over straat gaan of thuis vol spanning afwachten welk menu er meegekracht wordt! Wij hebben dit alles dan ook voor U verhaald, om U een specimen van Haarlemschen liefdadigheidszin in herinnering te brengen, in de hoop dat zeer spoedig Haarlems burgerij zich weer aan dergelijk verdienstelijk werk kan wijden. Dat het hard noodig zal zijn, behoeft wel geen betoog Mej. H. C. M. Lips

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1944 | | pagina 152