Groote drukte in den middag
Des middags was het nog drukker in het centrum en een
wandeling door de stad te maken was gezellig, niet alleen
door de feestelijke stemming, maar ook door de wijze, waarop
winkeliers hun etalages in korten tijd 'omgetooverd' hadden.
Fraaie stands, betrekking hebbende op de lang verwachte be
vrijding, trokken de aandacht. Oranje had de overhand; som
mige hadden beeltenissen van H.M. de Koningin en van het
Prinselijk gezin in de etalages geplaatst, boekhandelaren
bleken nog over een voorraad boeken te beschikken, welke
aan het Koninklijke Huis waren gewijd en banketbakkers kon
digden aan, welke lekkernijen zij binnenkort hoopten aan te
bieden. Iedere wandelaar scheen weer plezier in het leven ge
kregen te hebben, ondanks het hongerige gevoel, dat hij had.
Des morgens stond hij, met oranje in het knoopsgat, immers
nog in de rij bij den bakker, om het rantsoen van de week,
400 gram brood, te koopen. Het was bijna niet mogelijk de
Groote Markt te bereiken, zoovelen waren daar vereenigd.
Op dezen dag was ook het oogenblik aangebroken, dat
onderduikers, onder wie de joden, zich in het openbaar kon
den begeven. De leden van het spoorwegpersoneel voelden
zich opgelucht en verschenen in hun uniformen. Dan hadden
de leden van de vroegere padvindersorganisaties hun unifor
men, hoofddeksels en stokken voor den dag gehaald en zij
lieten den Haarlemmers zien, dat de padvinderij niet dood was.
Het station zag er vervuild uit
De capitulatie beteekende ook, dat het station weer in
beheer kwam van de Nederlandsche Spoorwegen. De hoofd
stationschef, de heer O. Huisman, begaf zich in den loop van
den morgen daarheen, om polshoogte te nemen en het bleek
hem, dat de leden van het Duitsche spoorwegpersoneel plan
nen hadden des middags om drie uur de gebouwen te verlaten.
Op dat uur keerde de heer Huisman terug en met hem was
een groot aantal spoorwegmenschen op het perron. Terstond
werden orders uitgevaardigd over het hervatten der werk
zaamheden, welke in hoofdzaak bewaking betroffen. Maandag
kwam het geheele personeel weer op, met uitzondering van
drie leden, die lid waren geweest van de N.S.B. en dus niet
meer in de termen vielen. Het station zag er smerig uit. De
- I IO -