De eerste Canadees in onze stad Omstreeks twee uur naderde op den Wagenweg een Cana- deesche auto uit de richting Den Haag. De bedoeling van den inzittende was, zoo spoedig mogelijk Amsterdam te bereiken, want zonder stoppen reed de wagen via het Plein en de singels naar de Amsterdamsche Vaart. Kort daarop arriveerde een tweede auto van het geallieerde leger, welke bemand bleek te zijn met twee Haarlemmers van de Stoottroepen. Zij hadden in het Zuiden gevochten en waren per jeep uit Brabant over gekomen, om hun familieleden te begroeten. Dinsdag 8 Mei begroet Haarlem de Canadeezen De eigenlijke bevrijdingsdag was Dinsdag 8 Mei. Toen im mers bereikten officieel de Canadeezen in grooten getale onze stad en de bezetting door de Duitschers nam een einde. Ver ondersteld was, dat er in de morgenuren een groot défilé op de Groote Markt zou plaats vinden. Daar hadden zich dan ook duizenden stadgenooten verzameld. Welk een verschil met 15 Mei 1940. Slechts een aantal nieuwsgierigen, hoofd zakelijk bestaande uit N.S.B.ers en Duitschers was toen aan wezig bij den intocht der Duitschers en nu een groote schare en nog wel op een tijdstip, dat er van een intocht nog niets bekend was. Gelukkig was de Postfanfare in actie, die voor vroolijke marschmuziek zorgde en de luidspreker bracht gra- mofoonmuziek ten gehoore. Halftien was een plechtig oogenblik. De Nederlandsche vlag werd op den toren van de Groote Kerk geheschen, waarna de klokken, welke langen tijd gezwegen hadden, jubeltonen voort brachten. Ook het carillon speelde weer; het liet bekende vaderlandsche liederen hooren. Proclamaties e.d. Een proclamatie van H.M. de Koningin, een buitengewone Staatscourant, een brief van Nederlandsche vertrouwens mannen en een oproep van dr. J. E. baron de Vos van Steen- wijk, waarin deze mededeelde, dat hem het ambt van waar nemend commissaris der Koningin was opgedragen en dat als waarnemend burgemeester optrad wethouder M. A. Rei- nalda, werden in de stad opgehangen. - ii5 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1944 | | pagina 163